2min

Tags in dit artikel

, ,

Game-uitgever Electronic Arts heeft gisteren laten weten dat het een vijandig overnamebod van twee miljard heeft uitgebracht op Take-Two Interactive, game-uitgever van onder andere de Grand Theft Auto-serie.

Electronic Arts (EA) en Take-Two waren al enige tijd in onderhandeling over een overname, maar de gesprekken liepen tot nog toe op niets uit. De raad van bestuur van Take-Two keurde eerder deze maand een bod van 25 dollar per aandeel af, maar Electronic Arts wil de deal nog rond hebben voordat het langverwachte Grand Theft Auto IV op de markt komt en heeft daarom een vijandig overnamebod van 26 dollar per aandeel gedaan in de hoop de aandeelhouders over de streep te trekken. Dat is ook de reden dat EA details heeft vrijgegeven over het overnamebod.

Voor Electronic Arts is de overname erg belangrijk, daarom biedt het bedrijf 64 procent meer dan de 15,83 dollar dat een aandeel Take-Two op vrijdag 15 februari deed. Volgens CEO John Riccitiello van EA is een snelle acceptatie van het bod door Take-Two van belang, omdat Electronic Arts dan haar veel betere marketingmachine in kan zetten om GTA IV te promoten. "Er kan geen zekerheid geboden worden dat EA of een andere koper in de toekomst hetzelfde hoge bod gaat doen als wij nu doen", aldus Riccitiello in een brief aan Take-Two.

Take-Two is echter nog niet onder de indruk van het bod en noemde de stap van EA in een reactie een opportunistische poging om te profiteren van de release van GTA IV. "EA’s bod biedt te weinig waarde voor onze aandeelhouders en komt volledig op het verkeerde moment", aldus Take-Two directeur Strauss Zelnick, die tevens liet weten dat de discussies rond een eventuele overname weer hervat kunnen worden op de dag na de release van GTA IV.

De vraag is nu of EA de aandeelhouders van Take-Two weet te overtuigen. Vorig jaar speelden diezelfde aandeelhouders nog een belangrijke rol in het vertrek van het grootste deel van de top van Take-Two. Een aantal topmensen van het bedrijf, waaronder de voormalig CEO Ryan A. Brant, bekenden in 2007 schuldig te zijn aan fraude en valsheid in geschrifte.