2min

Minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat het afschaffen van de bewaarplicht ertoe heeft geleid dat het opsporen van criminelen moeilijker is geworden. Het is een belemmering. Van der Steur werkt aan een nieuw wetsvoorstel voor de bewaarplicht.

Eerder dit jaar besloot de rechter dat de bewaarplichtwetgeving een te grote inbreuk maakte op de privacy van de burgers en dat deze niet paste binnen de Europese richtlijnen. Hierop werd de wet van tafel geveegd en werden providers gedwongen om te stoppen met het verzamelen van de gegevens. Ook moesten de providers de al opgeslagen gegevens verwijderen, iets wat volgens Agentschap Telecom inmiddels is gebeurd bij alle grote providers.

Van der Steur heeft nu in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat veel onderzoeken worden belemmert door het ontbreken van de bewaarplicht. Zonder in te gaan op specifieke voorbeelden noemt hij wel zaken als ernstige bedreigingen, fraude, kinderporno, levensdelicten, oplichtingen en woningovervallen met geweld als voorbeelden van delicten die nu moeilijker te onderzoeken zijn.

Doordat er geen bewaarplicht meer is waar de politie onbeperkt in kan zoeken, moeten er nu zeer specifieke taps worden geplaatst bij mogelijke verdachten. Hiervoor moet de rechter ook eerst toestemming geven voordat een tap kan worden geplaatst. De politie moet dus ook kunnen aantonen dat een tap bij een bepaalde persoon noodzakelijk is. Voorheen kon de politie gewoon met een groot vangnet in alle data zoeken en dat ging veel sneller.

De overheid werkt inmiddels aan een nieuw wetsvoorstel voor bewaarplicht, daarbij zal de overheid rekening moeten houden met de privacy van de burgers, de vraag is alleen hoe dat vervolgens opsporing weer makkelijker moet gaan maken. Waarschijnlijk zal er dan ook eerst een rechter aan te pas komen om te bepalen of er gezocht mag worden in de gegevens die worden bewaard.