2min

Introductie

Op 7 juni 2010 introduceerde Apple’s toenmalige voorman Steve Jobs de iPhone 4 op de WWDC-beurs in San Francisco en enkele weken later lag het toestel in de Amerikaanse winkels. Misschien een wat rare openingszin voor een recensie over een all-in-one, maar de iPhone 4 was Apple’s eerste product dat voorzien werd van een Retina-scherm, waardoor de smartphone een duidelijke invloed op Apple’s nieuwste iMac heeft gehad.

Want een dikke vier jaar later werd de iMac-serie van een belangrijke en langverwachte update voorzien. De iMac voegt zich aan de steeds langer wordende lijst met Apple-producten die voorzien zijn van een Retina-display. Het achterliggende idee van een Retina-display is dat het beeld zo scherp is, dat het op gebruiksafstand niet meer mogelijk is om individuele pixels van elkaar te onderscheiden. Dat was in 2010 een gigantische stap bij smartphones en sindsdien werden dergelijke schermen steeds gebruikelijker in Apple’s productlijn.


Met de nieuwe iMac zet Apple een gigantische stap. Deze all-in-one is uitgerust met een scherm waarop een krappe 15 miljoen pixels zijn geïntegreerd. Dat is meer dan zeven keer zoveel als op de Full HDTV die je waarschijnlijk in je huiskamer hebt staan, de iMac heeft ook bijna 70 procent meer pixels dan een 4K TV.

Dat de iMac met Retina 5K-display een prijskaartje vanaf 2629 euro heeft, is in eerste instantie natuurlijk even schrikken. Maar als je er even over nadenkt en bekijkt wat een gemiddelde 4K TV kost (rond de 1500 euro), is het allemaal zo erg nog niet. Natuurlijk blijft het een gigantische berg geld, de iMac met Retina 5K-display is in mijn ogen momenteel niet weggelegd voor de consument, maar eerder voor professionals die veel waarde hechten aan een goed scherm.

Op dit moment is de iMac met Retina 5K-display enkel beschikbaar met een schermgrootte van 27 inch. Vooralsnog is er geen uitzicht op de komst van een variant met een schermgrootte van 21,5 inch, maar wie weet.