3min

Tags in dit artikel

, ,

‘IT-bedrijven werven werknemers in het buitenland’, kopt het AD, ‘het tekort aan ICT’ers houdt nog jaren aan’, voorspelt het UWV en Managers Online schrijft ‘de arbeidsmarkt voor IT’ers stijgt naar het kookpunt’. IT-medewerkers en developers zijn voor bedrijven het nieuwe goud, vooral voor de inzet van applicatieontwikkeling. Gartner voorspelt dat de vraag van bedrijven naar de ontwikkeling van applicaties vijf keer sneller zal groeien dan dat de capaciteit van de IT-afdeling. Dit betekent dus dat er een nijpend tekort aan ontwikkelaars gaat onstaan. De voorbeelden ervan kom ik nu al vrijwel dagelijk tegen in mijn gesprekken met bedrijven. Hoe gaan bedrijven dit tekort te lijf?

Van wereldburger tot ontwikkelaar

Bedrijven kiezen er steeds vaker voor om de zogenoemde ‘citizen developers’ in te zetten. Simpel uitgelegd zijn dit de minder technisch onderlegde ontwikkelaars die de minder ingewikkelde taken van de developers over kunnen nemen. Soms worden er zelfs medewerkers met vrijwel geen IT kennis ingezet. Ondanks het tekort aan ontwikkelaars kan de digitale transformatie van bedrijven immers niet stil komen te liggen! Uit onderzoek van OutSystems blijkt dat bijna de helft (43 procent) van de bedrijven citizen developers al inzet of dit van plan is op korte termijn te gaan doen. Volgens Gartner stijgt dit percentage in de komende drie jaar tot minstens 70 procent van alle grote bedrijven. Maar is het wel een goed idee om de applicatieontwikkeling neer te leggen bij deze citizen developers?

Onvoorziene implicaties

Met ingewikkelde codeerplatformen voor het ontwikkelen van applicaties, lopen citizen developers volledig vast. Het gemis aan codeerkennis vormt de zogenaamde ‘skill gap’. Deze gap houdt het verschil in tussen de skills die een werkgever zoekt, zoals in de vacature, en de skills van de beschikbare werkzoekenden of medewerkers. Werkgevers denken dit probleem te kunnen tackelen met de inzet van een Low-Code Rapid Application Delivery-platform (RAD-platform). Low-Code houdt in dat er kan worden geprogrammeerd op een visuele manier, vaak middels “drag and drop”. Het ontwikkelproces maakt op deze manier als het ware de stap van ‘coderen’ naar ‘modelleren’.

Het klinkt veelbelovend: een RAD-platform inzetten om de citizen developers (mobiele) applicaties te laten ontwikkelen. Echter, bedrijven die hiervoor kiezen, onderschatten het proces van applicatieontwikkeling enorm. Het gaat om deze reden dan ook vaak mis. Citizen developers kunnen de impact van een applicatie binnen het totale IT-landschap van de organisatie niet goed overzien. Er wordt vaak verkeerd en risicovol gebruik gemaakt van de systemen en data, en de aanpasbaarheid en continuïteit van applicaties worden geregeld onderbelicht.  Wat de gevolgen hiervan zijn voor onder andere bedrijfscontinuiteit en security (datalekken!) laat zich eenvoudig raden.

Inzet op de IT-afdeling

Wat een veel betere oplossing is, is een RAD-platform inzetten voor het verlagen van de huidige werkdruk van de IT-afdeling. Applicatie ontwikkeling hoort immers thuis op de IT afdeling! Met de inzet van een Low-Code ontwikkelplatform wordt het ontwikkeltraject een stuk eenvoudiger en daardoor korter. En uiteindelijk is het die snelheid waar het om gaat bij de digitale transformatie. Waar het steeds moelijker wordt om ervaren developers te vinden, moet men slim zijn en een Low-Code platform aanschaffen. Het zal namelijk de capaciteit van uw IT afdeling wezenlijk verhogen.

Het antwoord op de vraag in de titel luidt dan ook: nee. De inzet van citizen developers, met bijvoorbeeld een RAD-platform, dicht niet de kenniskloof. Het vergroot de frustraties van de citizen developer, creeert veel risico’s en legt nog meer druk op de huidige IT-medewerkers. Zij zijn immers degenen die moeten opdraven wanneer een probleem zich voordoet of erger nog … de veiligheid van uw data en systemen in het gedrang komt.

Dit is een ingezonden bijdrage van Willem van Enter, VP EMEA bij OutSystems. Via deze link vind je meer informatie over het development platform van het bedrijf.