4min

Als één van de grootste spelers op het gebied van telecom kun je AT&T zien als een trendsetter. In het networking-wereldje speelt edge computing momenteel volop en dus is het logisch dat AT&T zich daar op focust. Met deze technologie wordt het verkeer van internet of things (IoT)-devices gestroomlijnd en data-analyse in real-time geleverd. Voor bedrijven dusdanig interessant dat ze al aan AT&T vragen wanneer ze ermee aan de slag kunnen.

Dat stelt CEO AT&T Communications John Donovan tijdens een presentatie op de Web Summit in Lissabon, waarbij Techzine aanwezig was. In zijn carrière verliep het introduceren van een nieuwe technologie doorgaans anders. Het bedrijf benaderde eerst zelf andere partijen om te vertellen waartoe een nieuwe uitvinding in staat is en zag vervolgens steeds grotere afname. Nu willen de innovators weten wanneer edge computing daadwerkelijk toepasbaar is in hun strategie. Dit zou voortkomen uit het zijn van een game changer voor opkomende technologieën.

Eén ontwikkeling die Donovan dan ook met trots presenteert is de voorbereiding op een 5G edge computing testlocatie in Palo Alto, behorend bij Silicon Valley. In het hart van de technologische industrie vinden veel innovaties plaats en de topman vindt het zodoende mooi om te zien dat zijn bedrijf de entrepreneurs kan ondersteunen met real-time networking. De nadruk ligt bij deze technologie niet alleen op het maken van een connectie. AT&T wil een compute mogelijkheid erg dicht bij zijn klanten brengen.

Slimme steden

Vooral de verandering die real-time networking teweeg brengt bij smart cities wordt als belangrijk bestempeld. Het beheren van verkeerslichten is daarvan een voorbeeld. De rol van edge computing is dan prominent bij het automatiseren en coördineren van hoe lang een verkeerslicht op groen of rood staat. Als een concert voorbij is, vindt er veel verkeersmanagement plaats om alles goed te laten verlopen. Om dit ergens centraal op een afgelegen locatie te doen, is lang niet zo effectief als het afhandelen in real-time, legt de bestuurder uit.

Het is best logisch dat smart cities en edge computing een prominente rol innemen tijdens deze presentatie. Er wordt vanuit gegaan dat voor het succes van slimme steden een verplaatsing van computing plaats moet vinden, en wel door veeleisende verwerkprocessen naar de netwerk edge te brengen. Bovendien moeten de grote hoeveelheden data als nooit tevoren verbonden worden.

Minder slimme steden

In eerste instantie klinken smart cities erg zinvol, maar dan hebben we het met name over grote steden. Gebieden met kleinere inwonersaantallen, bijvoorbeeld boerengemeenschappen, kunnen nog wel eens te maken krijgen met minder snelle verbinding. De telecomprovider wil hier verandering in brengen en ging op zoek naar een technologie om dat mogelijk te maken. Dat is gelukt met iets waar inmiddels zo’n 200 patenten op rusten.

Een video, die je onder deze alinea vindt, demonstreert hoe dit precies werkt. De technologie genaamd AirGig maakt gebruik van stroomkabels door de datapakketjes niet midden door de stoomkabels zelf te verplaatsen, maar juist erlangs of erg dicht in de buurt van de kabels. De datasignalen worden verzonden met millimetergolven, die geregenereerd worden met aanwezige antennes en apparaten in bestaande stroomkabels.  Een cruciaal onderdeel is dat het niet verplaats wordt door de stroomkabels, aangezien dat erg duur en moeilijk is. Dit vanwege het feit dat er gespeeld moet worden met voltages. Met het systeem haalt AT&T een breedbandcapaciteit tot 100 Gbit/s tegen een fractie van de kosten van glasvezel. Zo kunnen ook auto’s en huizen op het platte land van snel internet profiteren.

Verkeer in de steden

Toch zijn steden niet de enige toepassing van edge computing. Zelfrijdende auto’s zouden ook baat hebben bij een dergelijke connectie. Bij deze voertuigen zijn navigatiesystemen cruciaal, wat bij veel mensen leidt tot een beeld waarbij een datacenter in de kofferbak aanwezig is, legt Donovan uit. Hij ziet een navigatiesysteem in het voertuig zelf niet als optie, aangezien verkeerspatronen kunnen veranderen. Bij de volgende rit kan de kaart er anders uitzien en zo’n update kan alleen door het systeem te koppelen aan het netwerk.

Donovan noemt dit het verschil tussen een datacenter van 1000 dollar in de kofferbak en misschien 100 dollar compute in de wagen waardoor netwerken in te zetten zijn. De bestuurder vraagt zich op het podium dan ook hardop af wat de visie van AT&T is op autonome voertuigen. Het antwoord daarop is het hebben van live kaarten. Kaarten die dusdanig nauwkeurig zijn dat er met de juiste configuraties te zien is dat een blaadje van een boom aan de zijkant van de weg groeit.

Realiteit

Vooral het leven in de steden lijkt door de aankomende networking-mogelijkheid te veranderen. Donovan poogt met gebruikstoepassingen als augmented reality en drones ons te overtuigen dat edge computing voor nog grootsere veranderingen zal zorgen, maar zullen die twee ontwikkelingen wel zo’n grote invloed hebben op de maatschappij? De toepassing voor deze twee technologieën betekent enerzijds dat er een erg responsief netwerk nodig is om AR te laten slagen, en anderzijds dat drones beter te beheren zijn.

Dit laatste kan AT&T op een wat andere manier zinvol inzetten. De telecomprovider zette onlangs in Puerto Rico drones in om het gebied van internet te voorzien omdat er in september een orkaan een spoor van vernieling achterliet. Dat idee heeft dan wel weer grote invloed op de maatschappij, dus wellicht dat drones meer teweeg kunnen brengen dan we nu denken.

In ieder geval komt de test met edge computing er spoedig aan en staat een bredere beschikbaarheid op de planning voor later in 2018. Donovan gaf een interessant inkijkje in de toepassing van de aankomende networking-mogelijkheid. Wanneer deze toekomst ook daadwerkelijk plaats gaat vinden, is vooralsnog een stuk lastiger in te schatten. Maar wordt ongetwijfeld vervolgd