5min

Tags in dit artikel

, ,

Linux en opensourcesoftware zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo is Linux nog steeds de basis voor het ontwikkelen van opensourcesoftware. Alle applicaties en computers hebben immers een onderliggend besturingssysteem nodig. Daarnaast is de populariteit en acceptatie de laatste tijd toegenomen en wordt het een steeds gangbaarder platform. Het innovatieve karakter, en het feit dat het gratis beschikbaar is, spelen daar een rol bij.

Het besturingssysteem stuurt niet alleen het datacenter en de cloud aan, maar het fungeert ook als motor voor innovatie. Verder helpt het bij de ontwikkeling diverse belangrijke opensourcetechnologieën, zoals bijvoorbeeld Mozilla Firefox, Apache HTTP Server en BIND. Linux-containers en Kubernetes zijn iets recenter op de voorgrond getreden als oplossingen voor een hybride cloudarchitectuur.

Elke Linux-distributie bestaat uit talloze pakketten, waarvan de meeste als opensourceproject met een eigen community ontwikkeld zijn. Hoewel alle Linux-distributies een overlap hebben in de pakketten die ze gebruiken, maakt elke distributie zijn eigen keuze in welke pakketten hij aanbiedt en welke hulpmiddelen hij gebruikt, van installatie en ontwikkeling tot beheer. Dit is de reden waarom ze – in het bijzonder de commerciële distributies – allemaal hun eigen look en feel hebben voor zowel de ontwikkelaars als de operationele gebruikers.

Certificeringen

Bedrijven hebben software nodig die wordt ondersteund, betrouwbaar, veilig en voorspelbaar is. In het geval van een besturingssysteem is dat extra belangrijk omdat de gehele bedrijfsvoering aan dit platform wordt toevertrouwd. De stappen die zijn gezet rond speciale hardwarecertificeringen en langetermijnsupport waren cruciaal voor de acceptatie van open source door grote organisaties. Linux veranderde van een community-fenomeen rond softwareontwikkeling in een bedrijfsfenomeen voor productieactiviteiten.

Inmiddels zijn duizenden hardwareplatformen gecertificeerd voor Red Hat Enterprise Linux, waaronder servers, netwerken, opslag, en applicaties. En door voort te bouwen op het decennialang gebruik van Linux kan de volgende stap gezet worden naar het gebruik van de nieuwe generatie applicaties en architecturen, die inzetbaar zijn op zowel fysieke, virtuele, publieke als private clouds.

Platformkeuze

Bij het kiezen van een geschikt platform zouden bedrijven zich moeten baseren op langetermijnondersteuning en de mogelijkheid om snel te kunnen innoveren. Ze moeten een evenwicht vinden tussen het vermogen om snel te handelen en het behouden van een langetermijnvisie qua budgettaire, operationele, beveiligings-, ondersteunings- en organisatorische verplichtingen die het platform vereist.

Bij containers is dat niet anders. Ze hebben alles wat hierboven beschreven staat nodig zodra ze op productieniveau in commerciële omgevingen kunnen worden gebruikt.

Linux-containers en Kubernetes zijn de basis voor de ontwikkeling van tal van nieuwe, meer flexibele diensten, aangezien cloud een integraal onderdeel wordt van de IT-architectuur van huidige bedrijven. Tegelijkertijd kan met deze technologie ook meer waarde gehaald worden uit de bestaande IT-investeringen. Elke applicatiecontainer bevat namelijk een deel van de Linux-distributie en bevindt zich in de Linux-kernel, het hart van het Linux-host-besturingssysteem. Daarom is het kiezen van het juiste Linux-product met het grootste ecosysteem en de grootste commerciële levensvatbaarheid de eerste en meest cruciale stap om applicaties in Linux-containers te gaan gebruiken.

Bedrijven die hun eigen Linux-besturingssysteem willen creëren en beheren voor hun op containers gebaseerde applicaties, zullen ook moeten zorgen voor de diverse hardware- en softwarecertificeringen en teams voor engineering, beveiliging en ondersteuning van hun Linux-versie. Voor de leverancier van het containerplatform is het echter een omvangrijke en dure aangelegenheid om een ​​commerciële Linux-aanbieder te worden.

Eindklanten zullen dit aspect dus in overweging moeten nemen bij hun platformkeuze en voor welke Linux-container- en Kubernetes-technologie ze kiezen. Organisaties moeten hun eigen kerncompetenties en die van hun container-technologieleverancier evalueren en bepalen of leverancier zijn van een besturingssysteem daar een van is. Voor de meesten is het antwoord ‘nee’.

Ondersteuning

De Linux-containers die nu de basis zijn voor verschillende Kubernetes-distributies hebben exact dezelfde kenmerken en vereisten als hierboven zijn besproken voor het Linux-besturingssysteem. Wij kozen Red Hat Enterprise Linux als onze containerbasis, waardoor klanten een gemeenschappelijke basis hebben om hun infrastructuur en gemeenschappelijke ontwikkelomgeving op een veilige manier te beheren. Zo kunnen ze consistent container-apps consistent ontwikkelen, uitvoeren en onderhouden – zowel op locatie, als in een of meerdere clouds.

Een voorbeeld. Stel dat containers gebruikt worden om een applicatie in een publieke cloud te bouwen. Standaard wordt hiervoor het Linux-container besturingssysteem van een publieke cloudleverancier gebruikt. Maar wat gebeurt er nadat de applicatie is gebouwd en goed draait, en je die vervolgens naar een andere cloud wilt migreren of weer op locatie wilt hebben? Of je wilt dat de applicatie samenwerkt met microservices die wellicht in een andere cloud draaien. Je probeert dan het besturingssysteem van een bepaalde cloudleverancier op een ander besturingssysteem te laten draaien. En als je applicatie vervolgens crasht of prestatieproblemen ondervindt, welk bedrijf helpt je dan? Nou, niemand. De enige optie is om meerdere versies van je applicatie te bouwen, testen en ontwikkelen in elke publieke cloud-beheeromgeving of om een Linux-containerbasis te gebruiken die door alle cloudaanbieders wordt ondersteund.

Zodra publieke cloudproviders Kubernetes met Linux-containers commercieel gaan aanbieden, zullen ze die containers dan ook in andere openbare clouds ondersteunen? Waarschijnlijk niet.

Zoals in de meeste zakelijke omgevingen draaien de meeste workloads on-premises op bare-metal servers en virtuele machines, evenals op meerdere publieke clouds. Om dit te realiseren zien we nu zelfs enkele publieke clouds on-premises komen met Kubernetes- en Linux-containers.

Hybride infrastructuur

Hardware-aankopen zijn complex en duur. Dat doet je afvragen hoe lang een nieuwkomer op de Linux-distributiemarkt nodig heeft om de certificeringen te regelen om op bepaalde hardware te kunnen draaien. Garanderen ze dat alle hardware die de klant kiest ‘out of the box’ werkt? Is het mogelijk om een compatibele Linux virtuele machine te bouwen op dezelfde Linux-basis als hun containers en bare-metal distributie, zodat klanten die hun containerdistributeur kiezen over hetzelfde beschikken voor zowel de ontwikkelaars als de operatoren met hun applicaties die moeten draaien als virtuele machines? Zullen ze een gewone bare-metal Linux-distributie bouwen die compatibel is met hun container-Linux distributie?

Nogmaals, het antwoord op al deze vragen is, waarschijnlijk ‘nee’. Het zou in elk geval heel lang duren om aan deze eisen te kunnen voldoen.

Naarmate sommige traditionele hardwareleveranciers proberen om actief te worden in de next-generation software-infrastructuurmarkt, zullen zij tegen dezelfde problemen aanlopen als de eerder besproken cloudproviders.

Hetzelfde geldt voor propriëtaire aanbieders van infrastructuursoftware die als nieuwkomers
op de Linux-markt en Linux-containermarkt komen. Ook zij zullen geconfronteerd worden met de uitdagingen van commerciële Linux-distributeurs, in een wereld die snel naar een op Linux gebaseerde hybride cloudinfrastructuur beweegt.

Deze redenen zorgen ervoor dat Red Hat de afgelopen 15 jaar de focus voor Red Hat Enterprise Linux heeft gelegd op het beveiligen van het grootste aantal hardware- en cloudcertificeringen. Red Hat Enterprise Linux draait momenteel in elke grote cloud, en met het breedste scala van on-premises hardwareconfiguraties op de markt.

Organisaties hebben containers en Kubernetes nodig om stappen te zetten. Deze op containers gebaseerde applicaties moeten ook deel uitmaken van hun bestaande applicatie-infrastructuur voor workloads, die mogelijk voor onbepaalde tijd op bare-metal en virtuele machines moeten draaien. Je kunt de keuzes die je hebt gemaakt voor andere Linux-gebaseerde applicaties niet scheiden. Containers zijn immers Linux.

Dit is een ingezonden bijdrage van Paul Cormier, president Products & Technologies bij Red Hat