3min

Ondanks dat door films bij velen het beeld is ontstaan dat onderzoekers als gekwelde genieën in hun eentje opereren in een laboratorium, is onderzoek meestal juist geen eenzame aangelegenheid. In de realiteit is het onderzoek doen een complex proces gericht op samenwerking en bestaat het uit een vaste reeks stappen.

De uitdaging voor veel universiteiten is het aantrekken en behouden van getalenteerde mensen. Dat proberen ze onder andere te bereiken door het beloven van een efficiënte en aantrekkelijke werkomgeving. Het individu moet de ruimte krijgen om te excelleren, met een team om zich heen ter ondersteuning.

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is een internationale academische gemeenschap en heeft verreikende ambities. De RUG ziet zichzelf als een plek waar disciplinair en interdisciplinair onderzoek leidt tot wetenschappelijke doorbraken en maatschappelijke innovatie. Getalenteerde studenten leren innovators te worden die bijdragen aan een duurzame samenleving. ‘De inspanningen voor onderzoek en onderwijs’, zegt de universiteit, zijn ‘gedreven door intrinsieke nieuwsgierigheid en interactie met de wereldwijde gemeenschap’.

Afgestudeerden van de RUG moeten actieve, onafhankelijke en verantwoordelijke burgers worden. Ze moeten kritisch kunnen denken en de wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen van vandaag de dag kunnen helpen oplossen als de ondernemers van morgen. Om dit doel te bereiken, werkt de universiteit met kleine klassen en richt het zich op het leggen van sterke banden tussen studenten en docenten en tussen onderwijs, onderzoek en dringende maatschappelijke kwesties.

Technologie speelt een sleutelrol bij het faciliteren van deze leergierige en ondernemende manier van denken die gericht is op samenwerking.

De IT-afdeling van de universiteit – het Centrum voor Informatietechnologie (CIT) – wilde een efficiënte pool voor IT-middelen creëren. Door het design van het Rugcloud virtualisatie cluster wordt 30 procent van de capaciteit van het cluster ongebruikt. Het cluster is verspreid over drie datacenters waarvan twee in eigen beheer van de RUG. Het CIT wilde deze ongebruikte capaciteit beschikbaar stellen voor onderzoeksteams om high-performance workloads uit te voeren.

Door workloads te combineren en niet in clusters, maar in resources te denken, kan je de resources optimaal gebruiken.

Door de drie datacenters te verbinden, met een minimale bandbreedte van 80 GB, zorgt het CIT ervoor dat resources effectief worden beheerd en geautomatiseerd. Er zijn in totaal 3,5 THz 1.296 CPU-cores, met 27TB aan geheugen. Centraal in deze configuratie staan ​​VMware ESXi en vSphere 6.7. VMware ESXi is een speciaal gebouwde bare-metal hypervisor die rechtstreeks op een fysieke server wordt geïnstalleerd. Met directe toegang tot, en controle over onderliggende bronnen is ESXi momenteel efficiënter dan gehoste architecturen en kan het hardware effectief partitioneren om consolidatieverhoudingen te vergroten en de kosten voor gebruikers te verlagen.

Met dit resultaat kan het CIT het gebruik van IT-resources maximaliseren op een gecontroleerde en eenvoudig te beheren manier. Het vereenvoudigt het onderhoud van fysieke servers en versterkt de bedrijfscontinuïteit. Het vereenvoudigt de taak om unieke beveiligingslagen in te stellen, wat van cruciaal belang is bij afzonderlijke onderzoeksprojecten.

Het CIT kan hierdoor de capaciteit garanderen voor zijn bedrijfskritieke en high-performance computing workloads. Het heeft een selfservice-omgeving in ontwikkeling voor gebruikers, waarbij het gemakkelijk is om toegang te krijgen tot een virtueel deel van het computingcluster. Daarnaast helpt het bij het creëren van een innovatiecultuur binnen de universiteit – voor teams, individuen en de universiteit in het algemeen.

Dit is een ingezonden bijdrage van VMware. Via deze link vind je meer informatie over de mogelijkheden van het bedrijf.