How to: [Linux] Wireless-devices configureren

Configureren: the tough way

Wanneer het configureren van je draadloze netwerk om wat voor reden dan ook niet naar je zin verloopt met NetworkManager, dan is het altijd mogelijk om het ook handmatig te configureren. Dat is wat lastiger, maar het kan je helpen om je systeem te configureren naar je eigen eisen.
Zie daarom deze en de volgende pagina’s niet slechts als een handleiding om je netwerk in te stellen, maar ook als een overzicht om te zien waar je moet kijken en wat je moet gebruiken in het geval van troubleshooting.

Neem deze pagina daarom aandachtig door en maak jezelf vertrouwd met de grafische omgevingen en het gebruik en de output van de commandline tools. In de volgende pagina’s, waar we een draadloos netwerk tot stand willen brengen (WEP of WPA) zullen deze tools goed van pas komen.
De commands hebben meer toepassingen dan degenen, die hier beschreven staan. Om jezelf vertrouwd te maken met de mogelijkheden van de commands, kun je ‘man <command>’ (waarbij <command> vervangen moet worden door het eigenlijke command) in de terminal tikken. Dit opent de manualpages, waarin uitgebreid alle mogelijkheden worden uitgelegd.

Terminal & commands

Omdat de grafische configuratie van een draadloos netwerk in Linux nog een redelijk nieuwe ontwikkeling is, zijn commandline tools zeer welkom en broodnodig. Hier volgt een klein overzicht van ‘ifconfig’ en ‘iwconfig’, waarbij we de nadruk willen leggen op het uitlezen van de output.
Wat houdt de output nu eigenlijk in?
Het eerste blokje met ‘lo’ is de ‘loopback interface’. Bij de meeste systemen staat dit bekend als het ip-adres ‘127.0.0.1’. Hiermee gaan wij niets doen.
Het tweede blokje is ‘wlan0’. Hier zien we de configuratie van het wireless-device, die de naam wlan0 heeft. De belangrijkste output zullen we hier op een rijtje zetten:

• Link encap
  Hier wordt aangegeven wat voor soort device het is. In dit geval dus een ‘Ethernet’-device. Hier valt voor ons niets aan te veranderen.
• HWaddr
  Dit is het MAC-adres van het wireless-device. Ook hier is voor ons niets te veranderen
• inet addr
  Dit is het toegekende ip-adres van het wireless-device. Wanneer dit leeg is, is er geen adres toegekend en is de kaart dus niet goed geconfigureerd.
• Bcast
  Het Broadcast ip-adres. Wij doen hier niets mee.
• Mask
  Dit is het subnet-mask voor het wireless-device. In groere netwerken is het verstandig om dit te configureren, maar voor voor ons huis-, tuin- en keukennetwerk verder niet van belang.
• inet6 addr
  Dit is het IPv6-adres voor het wireless-device. Dit is toekomstmuziek, maar wel waard om hier alvast te vermelden.
• UP BROADCAST RUNNING MULTICAST MTU:1500 Metric:1
  Deze regel geeft de activiteit aan van de kaart. In dit geval is hij ‘up and running’ met mogelijkheden voor broadcasting en multicasting. Het Maximum Transmission Unit (MTU) is ingesteld op 1500 en het ‘metric value’ (gebruikt door het Routing Information Protocol) is ingesteld op 1. Voor ons is het vooral van belang dat het device als ‘UP’ bekend staat; dat geeft namelijk aan dat het werkzaam is.
• RX-regel
  Deze regel geeft het aantal ‘Received’ (ontvangen) pakketten aan; de getallen erachter geven aan hoe de pakketten ontvangen zijn. Het beste kan hier bij errors en dropped een ‘0’ staan.
• TX-regel
  Deze regel geeft het aantal ‘Transmitted’ (verzonden) pakketten aan; de getallen erachter betekenen hetzelfde als bij de RX-regel.

Het belangrijkste is het gegeven dat een wlan een ip-adres verkregen heeft. Wanneer hier namelijk geen gegevens staan of juist heel andere gegevens dan wat de bedoeling was, dan is de kaart niet goed geconfigureerd.Hoe moet deze output gelezen worden?
Dit commando geeft de wireless-configuratie weer.
in dit geval kijken we gelijk naar het blokje ‘wlan0’. De belangrijkste velden zijn:

• IEEE 802.11
  Dit is het protocol, wat beschikbaar is met dit wireless-device.
• ESSID
  Hier staat de instelling naar welk accespoint het wlan moet verbinden. (Als het leeg is, is dat niet noodzakelijk een probleem.)
• Mode
  De modus, waarmee de kaart is geconfigureerd. In dit geval ‘automatisch’.
• Frequency
  De frequentie, waarop het wlan werkt.
• Accesspoint
  Het MAC-adres van het accespoint
• Bit-rate
  De bit-rate van het wlan
• Link quality
  Hiermee kun je zien hoe goed de verbinding met het accespoint is op een schaal van 0 tot 100.
• RX-regel
  Dit geeft het aantal ontvangen datapakketten aan. Het beste resultaat is er wanneer de output daarachter een ‘0’ weergeeft.
• TX-regel
  Dit geeft het aantal verzonden datapakketten aan. Het beste resultaat is er wanneer de output daarachter een ‘0’ weergeeft.

Wanneer je alleen de output wilt hebben van je wifi-kaart, voer je de volgende commands in:Met deze commands kun je niet alleen informatie uitlezen over je instellingen voor je draadloze netwerk, maar ook de configuratie (deels) bepalen. Later zullen we hierop nog terugkomen. De mogelijkheden van deze commands zijn namelijk behoorlijk groot. Als je hierover meer wilt weten, is het verstandig de manualpages van de beide commands eens door te lezen.

Grafische tools

Natuurlijk is het niet zo dat alles via de commandline gedaan moet worden. Met name voor minder ervaren Linuxgebruikers zijn er tegenwoordig zeer geschikte grafische tools ontwikkeld, die het configureren van je wlan een stuk eenvoudiger maken. Hieronder vind je een aantal screenshots van tools met een beschrijving waar je deze tools kunt vinden. We gaan deze tools niet in extenso bespreken. Veelal spreken deze tools voor zich qua interface. Maak jezelf vertrouwd met de interface. Veel termen, die thuishoren in het jargon van netwerken en configuratie zijn hierin opgenomen. Ook in de volgende pagina’s zul je deze termen regelmatig tegenkomen.

Ubuntu

Mede door de aanmoedigingen en vragen van de community heeft Ubuntu een uitgebreide set van grafische tools ontwikkeld voor de configuratie van je netwerkkaart.
Het instellen van een draadloos netwerk gebeurt in principe automatisch, omdat Ubuntu bij het opstarten NetworkManager wil gebruiken.
Om verder te finetunen zijn er nog een aantal grafische tools beschikbaar:
System -> Preferences -> Network Manager Editor Een handige tool om de NetworkManager verder te configureren.


Commandline:
System -> Administration -> Network Een tool om handmatig je wifikaart buiten de NetworkManager om te configureren.


Commandline:
System -> Administration -> Network ToolsEen set diagnostische tools, ondergebracht in een GUI.

Commandline:

Fedora

De Linuxdistributie Fedora heeft een beruchte reputatie op het gebied van systeemconfiguratie. Veel tools om het systeem te configureren zijn ondergebracht in commands als ‘system-config-…’. Al met al een verwarrende verzameling van tools.
In Gnome bereik je de Netwerk-tool op de volgende wijze:
System -> Administration -> Network.
Via de commandline (als root):Je krijgt dan een vergelijkbaar scherm als hieronder te zien:Hier zie je overigens dat er een vinkje voor ‘wlan0’ staat. Dat betekent dat deze wifi-kaart bij het booten wordt opgestart. Wanneer de service ‘NetworkManager’ wordt gebruikt, moet dit vinkje echter verwijderd worden.