2min

Apple en Amazon voeren licentiegesprekken met Saoedi-Arabië. Dat beweren althans twee bronnen van Reuters. De gesprekken zijn onderdeel van de plannen van kroonprins Mohammed bin Salman. Hij wil het conservatieve koninkrijk een high-tech look geven.

Een derde bron bevestigt dat Apple in gesprek is met SAGIA, de autoriteit die gaat over buitenlandse investeringen. Via derde partijen verkopen beide bedrijven al producten in het land, maar een echt grote directe aanwezigheid van techgiganten blijft tot nog toe uit. Amazon Web Services zou de gesprekken vanuit Amazon leiden, wat uiteindelijk tot meer concurrentie voor plaatselijke providers als STC en Mobily moet leiden.

Plannen

Het land versoepelde de regelgeving de afgelopen twee jaar al. Dit betekent onder meer dat er beperkingen voor buitenlands eigendom verdwenen. Investeerders bleven hierdoor lange tijd weg, maar Saoedi-Arabië wil meer diversiteit in zijn olieafhankelijke economie inbouwen. Door Apple en Amazon toe te laten treden versterkt de kroonprins zijn hervormingsplannen, terwijl de twee merken actiever worden in het land waar in vergelijking met de rest van de wereld erg snel internet en veel smartphonegebruik is.

Er wordt verwacht dat er in februari een akkoord met Apple is. Een daadwerkelijke eigen winkel zal in 2019 openen. Het bedrijf is het tweede populairste merk van Saoedi-Arabië wat betreft smartphones, waar alleen Samsung het beter doet. De gesprekken met Amazon bevinden zich nog in de beginfase. Daarom is er nog geen specifieke datum te noemen voor de investeringsplannen. Tegenover het persbureau wilden beide bedrijven niet reageren. SAGIA was niet direct bereikbaar voor commentaar.

Meer robots dan mensen

De kroonprins is een echte technofiel. Zo bezocht hij tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Staten onder meer bestuurders van Facebook, Microsoft en Uber. Ook lanceerde hij samen met SoftBank een tech-investeringsfonds van 45 miljard dollar. De kroonprins heeft zelfs plannen om een futuristische megastad te bouwen met meer robots dan mensen. Dit project kost 500 miljard dollar.