2min

Het heeft even geduurd, maar de kogel is door de kerk. De verkoop van de chipafdeling van de Japanse firma Toshiba aan het Amerikaanse Bain Capital is rond. De deal had eigenlijk in maart afgerond moeten zijn, maar de Chinese autoriteiten lagen dwars. Vandaag hebben ze echter hun fiat gegeven aan de deal.

Toshiba heeft zijn chipafdeling voor achttien miljard dollar verkocht aan de Amerikaanse investeringsmaatschappij Bain Capital. Daarmee is de tweede grootste NAND-producent nu in handen van Bain, dat een consortium is dat bestaat uit Apple, Dell, Kingston, Seagate en SK Hynix.

Lastige deal

Toshiba moest zijn chipafdeling verkopen om boven water te kunnen blijven. Dat nadat het bedrijf bankroet ging door aanhoudende problemen met zijn Amerikaanse nucleaire groep, Westinghouse. Die kende grote problemen waar het bedrijf miljarden in moest investeren om op te lossen.

Het gevolg daarvan was dat er snel geld opgehaald moest worden. De snelste methode bleek de verkoop van de chipafdeling te zijn, al ging dat proces wel gepaard met het nodige drama. De Japanse overheid lag bijvoorbeeld dwars: die wilde niet dat de belangrijke chipafdeling in buitenlandse handen zou komen te liggen.

Uiteindelijk ging de Japanse regering wel akkoord, in ruil voor bepaalde garanties. Zo heeft Toshiba veertig procent van de chipafdeling weer teruggekocht, waarmee het bedrijf de afdeling deels in handen houdt. Ook zijn er bepaalde garanties gegeven ten aanzien van het openen van productiefaciliteiten in Japan.

Doordat Toshiba nu de deal rond heeft weten te krijgen, is het Japanse bedrijf overigens van de ondergang gered. Het leek even spannend te worden, met een mogelijk faillissement. Dat gebeurde gelukkig voor de aandeelhouders niet.