2min

Oracle-CTO Larry Ellison noemde de Autonomous Database van het bedrijf herhaaldelijk “het belangrijkste dat we ooit gedaan hebben”. Vandaag is de functionaliteit daarvan uitgebreid en is het eindelijk mogelijk om te gebruiken binnen omgevingen voor het on-premise verwerken van transacties.

Dat maakte Ellison bekend tijdens een uur durende presentatie, waarin hij ook herhaaldelijk afgaf op concurrent Amazon Web Services. Dat ook naar aanleiding van het feit dat Amazon kortgeleden bekend maakte ernaar te streven om vanaf het eerste kwartaal van 2020 niet langer afhankelijk te zijn van de database-software van Oracle.

Flexibel en automatisch

Versie 18c van de Autonomous Database kan volgens Ellison nu alle mogelijke workloads van klanten aan – van de verwerking van batches tot het analyseren van streaming. Het is een ambitieuze uitspraak voor een product dat afgelopen maart gelanceerd werd als autonome database. Die is autonoom in de zin, dat deze zichzelf kan beheren, repareren en beveiligen.

Oracle claimt nu dat machine learning gebruikt wordt om alle processen te automatiseren. Door resources dynamisch te gebruiken, kan de database servers aan- en uitzetten. Aan de hand daarvan kunnen de kosten van de infrastructuur teruggebracht worden. Volgens Ellison is de dienst daardoor tot wel twaalf keer zo snel als Amazons Aurora en honderd keer zo snel als een concurrent die mixed workloads draait.

Noodzakelijke stap

De lancering van de database was hard nodig. Oracle staat onder flinke druk van onder meer Amazon, dat vorig jaar claimde liefst 50.000 migraties afgehandeld te hebben – voornamelijk van Oracle-klanten. De hoop van Oracle is om klanten aan zich te kunnen binden met dit nieuwe databaseproduct, terwijl het bedrijf de overstap richting de cloud maakt.

Onderdeel daarvan is nog de garantie van maximaal 2,5 minuten aan downtime en relatief lage kosten. “Je betaalt alleen voor de infrastructuur die je gebruikt”, aldus Ellison.