2min

Wordt Python straks van de troon gestoten als een van de meest populaire programmeertalen? Een relatief jonge nieuwe programmeertaal genaamd Julia, weet steeds meer mensen over te halen. De taal is ontwikkeld voor machine learning en dat maakt hem al steeds populairder.

Python is momenteel een van de meest populaire programmeertalen en zou mogelijk snel populairder kunnen worden dan C++. Maar een veel jongere programmeertaal, Julia – dat dient als alternatief op Python – lijkt een snelle inhaalslag te maken. Dat stelt althans de op ontwikkelaars gerichte analist RedMonk in een bericht over programmeertalen en het gebruik daarvan.

Python dominant?

Ontwikkelaars maken al bijna dertig jaar gebruik van Python, maar dat weerhoudt ze er niet van over te stappen op andere programmeertalen. Zo wordt Julia, dat sinds 2012 beschikbaar is, steeds populairder. Dat komt doordat het vooral interessant is voor machine learning en datawetenschappers. Het resultaat van die populariteit: Julia verschijnt in steeds meer statistieken.

Vorige week verscheen Julia voor het eerst in de top vijftig van de TIOBE programmeertaalindex. Stephen O’Grady, een van de medeoprichters van RedMonk, stelt dat de interesse in Julia inderdaad toeneemt. De afgelopen drie maanden steeg Julia drie plekken naar de 36ste plaats op de wereldranglijst van meest gebruikte programmeertalen. De groei is groot: een jaar geleden stond Julia nog op plek 52.

Waarom zo populair

De populariteit van Julia laat zich verklaren door zijn uitgangspunt. De vier bedenkers van de programmeertaal stelden dat ze vooral een ‘perfecte taal’ wilden ontwikkelen voor gebruik binnen machine learning. De gedachte is dat Julia zou helpen bij het snel bouwen van goed functionerende machine learning taken.

“We willen een taal die open-source is,” begonnen ze in 2012. “We willen iets dat bruikbaar is voor algemeen programmeerwerk, zoals Python dat is, net zo goed werkt voor statistieken als R, en zo goed voor string processing als Perl, krachtig voor lineaire algebra als Matlab en zo goed in het aan elkaar lijmen van programma’s als de shell.”