2min

Tags in dit artikel

, ,

Vijftig vrouwen klagen Salesforce aan en beschuldigen het bedrijf ervan dat het de website Backpage geholpen heeft bij het smokkelen van vrouwen die vervolgens als seksslaven verkocht zijn door vrouwenhandelaren. De vrouwen, die enkel bekend staan als Jane Does, stellen het slachtoffer te zijn van sekshandel, verkrachting en misbruik en dat dit mogelijk was door Backpage.

Backpage is een website die in 2004 gelanceerd werd en in de loop van 2018 offline gehaald. De site bood onder meer seksuele diensten aan en werd ervan beschuldigd dat het prostitutie en mensenhandel faciliteerde. Volgens de vrouwen die Salesforce aanklagen, hielp het bedrijf de netwerken van Backpage in stand te houden en droeg het daardoor bij aan mensenhandel.

Mensenhandel bestrijden

In de aanklacht lezen we dat Salesforce in het publiek stelt dat het mensenhandel bestrijdt met zijn datatools. Maar “achter gesloten deuren maakten de datatools van Salesforce de exponentiële groei van Backpage juist mogelijk”. Niet alleen zou Salesforce een gebruiksvriendelijke versie van zijn data- en marketingtools geleverd hebben, het zou ook specifiek voor Backpage een “op maat gemaakte zakelijke database” gebouwd hebben. “Met dank aan Salesforce, kon Backpage de tools van Salesforce gebruiken om op drie continenten nieuwe ‘gebruikers’ – lees: pooiers en mensensmokkelaars – aan te trekken”.

Een woordvoerder van Salesforce laat aan CNBC weten dat het bedrijf niet reageert op de komende zaak. Maar de woordvoerder stelde wel dat het bedrijf “erg toegewijd aan het ethisch en menselijk gebruik van onze producten” is. Daarnaast stelt de woordvoerder dat het bedrijf “deze aantijging serieus neemt”. De vraag is nog hoe de rechter ernaar gaat kijken, maar dat zal de komende tijd duidelijk moeten worden.

“Het bewijs tegen Salesforce is overweldigend en de schade die dit veroorzaakt heeft voor de slachtoffers en onze gemeenschappen is gigantisch”, stelt hoofdaanklager Annie McAdams in een statement. “Het is niet genoeg om te zeggen dat het bestrijden van mensenhandel belangrijk is. Intern beleid moet die toewijding ook reflecteren.”