2min

De bedragen die bedrijven uitgeven aan social- en collaboration-software gaan de komende jaren flink stijgen, verwacht Gartner. Het analysebureau verwacht dat de totale omzet van dit type software zal stijgen van 2,7 miljard dollar (2,5 miljard euro) in 2018 naar 4,8 miljard dollar (4,36 miljard euro) in 2023.

De grootste drijfveren van die groei zijn volgens Gartner de opkomende markten en een groeiende groep kenniswerkers die betrokken willen blijven, schrijft Silicon Angle.

Gartner baseert dat deels op de resultaten van zijn Digital Worker Survey onder 7.261 enterprise-werknemers. 58 procent daarvan gebruikt dagelijks real-time berichtentools voor bedrijfsdoeleinden. 45 procent gebruikt sociale media dagelijks voor zakelijke doelen.

Geen duidelijke winnaars

Hoewel de uitgaven dus waarschijnlijk gaan stijgen, komt er volgens Gartner geen duidelijke winnaar in de markt. De meeste bedrijven die collaboration-software maken blijven naar verwachting gericht op niche use cases, ook als ze meer functies toevoegen als analytics, teammanagement en virtuele persoonlijke assistenten.

Dit betekent ook dat de drempel erg laag is voor bedrijven om zich in deze markt te mengen. Research vice president Craig Roth van Gartner zegt te verwachten dat in 2023 bijna 60 procent van de enterprise-applicaties van software-aanbieders een vorm van sociale software en samenwerkingsfuncties bevatten in hun software productportfolio’s.

Dat betekent verder dat enterprises niet een enkel product gebruiken voor alle toepassingen, maar moeten blijven vertrouwen op volledige portfolio’s van samenwerkingsapplicaties en -diensten.

Uitdagingen

Al die fragmentatie komt ook direct met diverse uitdagingen, zoals het voorkomen van silo’s en het integreren van belangrijke platformen als Slack, Microsoft Teams en Google Hangouts.

Decision makers willen nog altijd wel een funderingsplatform, maar accepteren volgens research vice president Craig Roth van Gartner dat er geen enkele aanbieder is voor alles. “Tegelijkertijd worden collaboration-diensten infrastructuurdiensten, wat goed is. Maar dat betekent ook meer silo’s, aangezien iedereen zijn eigen bestemmingen wil hebben.”