2min

Uit een telling van GNOME blijkt dat Red Hat aan 16 procent van de GNOME-projecten meehelpt, terwijl Canonical blijft steken op 1 procent. Dit aantal heeft wat spanning veroorzaakt in de community.

Greg DeKoenigsberg, een ex-Red Hat-medewerker, maakt in een blogpost Canonical af voor de slechte cijfers en suggereert dat het bedrijf jarenlang heeft meegelift op het werk van Red Hat.

Het probleem is echter dat Canonical wel probeert GNOME te verbeteren, door applicaties zoals notify-osd, het messaging menu, indicator applets, het Me Menu, Simple Scan, Zeitgeist en Unity, een GNOME Shell-alternatief, maar dat veel van deze applicaties, die ontwikkeld worden in Canonicals eigen Launchpad, vaak niet worden goedgekeurd door GNOME en dus niet mee worden genomen in de desktopsuite.

Het lijkt erop dat het gebrek aan communicatie tussen Canonical en GNOME zorgt voor problemen, zo blijkt ook uit de gelijke projecten Unity en GNOME Shell. Beide moeten ze de desktop vernieuwen en beide lijken ze erg veel op elkaar, alleen is Unity een project van Canonical en GNOME Shell van GNOME.

Red Hat laat overigens weten trots te zijn dat het kan bijdragen aan de GNOME-desktop. "We zijn blij erkend te worden door GNOME Census als belangrijkste leverancier van het project omdat we grote waarde zien in de gezamenlijke ontwikkeling van een open alternatief voor gesloten besturingssystemen", zo vertelt Tim Burke, vicepresident van platform engineering bij Red Hat.

Verder bleek uit de GNOME Census die op de GUADEC in Den Haag vorige week werd gepresenteerd dat 70 procent van de ontwikkelaars van GNOME zichzelf categoriseert als vrijwilliger.

Links GNOME Shell en rechts Unity dat klaar moet zijn voor Ubuntu 10.10