1 min

Microsoft heeft de do-not-track functie van de Metro-versie van Internet Explorer 10 standaard ingeschakeld in de Release Preview van Windows 8. De beslissing door Microsoft om de do-not-track-optie standaard in te schakelen in Internet Explorer 10 valt niet in goede aard bij online adverteerders. Zij vinden dat de eenzijdige beslissing veel bezorgdheid oproept.

Bij de uitgave van de Windows 8 Release Preview maakte Microsoft’s chief privacy officer Brendan Lynch in een blogpost bekend dat het bedrijf de do-not-track-functie standaard inschakelt om gebruikers "een bewuste keuze te geven om informatie te delen om gepersonaliseerde advertenties te krijgen." De Digital Advertising Alliance, een coalitie waar Microsoft deelnemer van is, stelt dat de beslissing lijnrecht tegenover eerder gemaakte afspraken met het Witte Huis staat, om ‘do-not-track’ toe te staan zolang het niet de standaard instelling is.

Stu Ingis, lid van de advertentie coalitie, vindt dat de beslissing van Microsoft reden tot zorg met zich meebrengt. "De industrie steunt de keuze van gebruikers, maar niet de keuze van één browser of technologiebedrijf", zo stelt Ingis.

Mozilla was het eerste bedrijf dat een do-not-track-functie aan zijn browser toevoegde. Echter laat het bedrijf aan de gebruiker de keus of het de functie wel of niet inschakelt in Firefox. Later volgde ook Chrome, Safari en Internet Explorer 9, waar de optie door de gebruiker ingeschakeld dient worden.