1 min

Microsoft heeft in de eerste tien weken na het beschikbaar komen van Windows 10 maar liefst 95 procent van de werkstations binnen het bedrijf van een upgrade voorzien. De eerste 85 procent werd zelfs in de eerste vier weken geüpgraded, de volgende 10 procent kostte nog eens zes weken. Microsoft gebruikt hier Operating System Deployment (OSD) van System Center 2012 R2 Configuration Manager SP1.

Inmiddels draait vrijwel de hele Microsoft-organisatie op Windows 10 en de actuele versie is afhankelijk in welke gebruikersgroep een werknemer zit. Microsoft test namelijk nieuwe Windows 10-builds als eerste uit op het eigen personeel. Er is een zogenaamde Canary-groep, dit is een selecte groep gebruikers die vrijwel elke dag een nieuwe build krijgen. Daarna volgt de Operating Systems Group (OSG), die krijgen de build als de Canary-gebruikers geen grote problemen hebben gemeld. Als de OSG-gebruikers ook geen klachten hebben wordt een build uitgerold naar alle Microsoft-werknemers, daarna naar Windows Insiders op de fast ring, de slow ring en dan pas naar de productieversie van alle Windows 10-gebruikers wereldwijd.

Op deze manier kan Microsoft vrijwel alle bugs in een vroegtijdig stadium tackelen en oplossen. Daarnaast verzamelt het bedrijf cruciale informatie tijdens het upgradeproces waar gebruikers tegen aan kunnen lopen. Nu Microsoft er zelf in is geslaagd om binnen 10 weken 95 procent van het bedrijf te migreren, moet dat andere bedrijven ook lukken.

Microsoft heeft ook een uitgebreide whitepaper online staan voor bedrijven die nog aan de upgrade van hun bedrijfsnetwerk moeten beginnen.