1 min

De Stichting Kijkonderzoek (SKO) meldt dat het aantal Nederlanders met een smart-tv nu 37 procent bedraagt. In de tweede helft van 2015 was dat nog 32,4 procent, waarmee het aantal flink gestegen is in die paar maanden tijd. Verder blijkt het aantal Nederlanders met opname- en afspeelapparatuur dat aan de tv gekoppeld is gedaald te zijn.

De cijfers die het SKO presenteert passen binnen een algemene beweging. Televisies nemen steeds meer de functies over van randapparatuur en zodoende zijn bijvoorbeeld digitale ontvangers en televisies met harddisks steeds minder nodig.

Dat vindt zijn reflectie in het aantal huishoudens met Dvd-spelers en Blu-ray-spelers. Dat daalde van 49% naar 48,3%. Verder was het aantal televisies met harddiskrecorders ook gedaald naar 37 procent. In 2015 had 40 procent van de Nederlanders nog zo’n apparaat in huis. Ook ziet de SKO een lichte daling in het aantal huishoudens met digitale ontvangst. Eerder had 88% van de Nederlandse huishoudens nog een televisie met digitale ontvangst, nu is dat nog 86,7%.

Het aantal televisies dat het gemiddelde huishouden in gebruik heeft is gelijk gebleven en staat nog altijd gemiddeld op 1,6. Er is groei in het aantal huishoudens met laptops (+0,8%) en smartphones (+1,3%). Daling vond juist plaats in het aantal huishoudens met een desktop (-1,5%), tablet (-0,01%), spelcomputer (-0,9%) en mediaspelers (-3,5%).