2min

Google heeft laten weten dat het met behulp van de integratie van neurale netwerktechnologie de hoeveelheid taalfouten in zijn vertaaldienst wil verminderen. Het is de bedoeling dat zelflerende algoritmes zorgen voor tussen de 55 en 85 procent minder fouten. De verbetering  wordt vooral gehaald uit de manier waarop de machine zinnen vertaalt.

Op dit moment maakt Google Translate gebruik van een phrase-based machine translation systeem. Dat trekt zinnen als het ware uit elkaar en zoekt de juiste vertalingen voor losse zinsdelen. Die worden vervolgens weer aan elkaar geplakt. Dat leidt vaak tot vertalingen die niet kloppen in de context van de zin en het verdere verloop van de alinea. Door een zelflerend algoritme los te laten op de vertaalmachine, denkt Google de kwaliteit van vertalingen flink te kunnen verbeteren.

De nieuwe technologie is Google Neural Machine Translation (GNMT) gedoopt en bekijkt zinnen op zichzelf om die als geheel te vertalen. Zinnen worden dan dus niet meer in stukken opgehakt en zonder context vertaald. De gedachte is dat de techniek met behulp van menselijke feedback snel van hoog niveau wordt en menselijke vertalers benadert.

Tegelijk waarschuwt het bedrijf er wel voor dat de dienst nog altijd verre van perfect is. Het is wel een gigantische stap voorwaarts. “GNMT kan nog altijd significante fouten maken die een menselijke vertaler nooit zou maken, zoals het laten vallen van woorden of namen of zeldzame termen verkeerd te vertalen, of zinnen zonder de context van de paragraaf of pagina mee te nemen te vertalen. Er is nog veel werk dat we kunnen verrichten om onze gebruikers beter te kunnen helpen, maar GNMT vormt wel een belangrijke stap voorwaarts.”