2min

Google heeft bekendgemaakt dat zijn Cloud Video Intelligence API algemeen beschikbaar is, waarmee de application programming interface de bètafase achter zich laat. Gelijktijdig laat het techbedrijf ook weten over de Content Classification-feature voor de Cloud Natural Language API. Met de updates moeten gebruikers door machine learning-systemen nieuwe mogelijkheden krijgen voor het slimmer maken van hun applicaties.

Door beide diensten krijgen ontwikkelaars tools om applicaties beter de content van video en tekst te laten begrijpen. Zo kunnen krachtigere apps ontstaan die voorheen alleen voor de grotere bedrijven haalbaar waren. Google komt op een opvallend moment met de aankondigingen, aangezien concurrent Amazon Web Services vorige week nog machine learning API’s onthulde, onder andere voor het analyseren, herkennen en vertalen van tekst, spraak en video.

Veranderingen

Cloud Video Intelligence belooft krachtige videoanalyse, inzichten uit video’s, snel videocatalogi te doorzoeken en signalen te scheiden van ruis. Dit betekent bijvoorbeeld ondersteuning voor het detecteren van objecten, het waarnemen van shot-veranderingen binnen een video of het herkennen van expliciete content. Bij de nieuwe versie komt er de mogelijkheid bij om de audio uit de video automatisch om te zetten naar tekst.

Door de Content Classification-feature krijgen ontwikkelaars inzicht in waar een document het beste past. Daarbij valt te denken aan meerdere onderdelen, zoals Kunst en Entertainment en Rechten en Overheid. Dit is handig voor grote databases, waarin er door de functie zekerheid ontstaat dat de content in de juiste sectie ondergebracht wordt.

Concurrentie

Google wil zich met zijn cloudaanbod onderscheiden door veel nadruk te leggen op kunstmatige intelligentie (AI). De aankondigingen rondom video- en taal-API’s komen daar uit voort. Toch komen concurrenten ook steeds meer met diensten gericht op AI, wat het onduidelijk maakt of de extra AI van grote invloed zal zijn op het inlopen op nummer twee Microsoft Azure en nummer één Amazon Web Services. De ontwikkelingen rondom de twee API’s zijn echter interessant voort ontwikkelaars.