2min

Tags in dit artikel

, ,

Bijna driekwart van de bezoekers van de internetsites van de ministeries, Postbus 51 en Regering.nl geeft aan dat de informatie die men zoekt makkelijk of zeer makkelijk te vinden is. Alleen de interactie met de overheid via internet lijkt nog niet van de grond te komen. De overheidssites die op dit punt het beste scoren zijn Regering.nl (85%), de website van Defensie (82%) en de site van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (79%). Dit blijkt uit een online-onderzoek dat van 18 oktober tot 6 november op de eerder genoemde sites is gehouden. In totaal werd de vragenlijst door 4324 bezoekers ingevuld.

De uitkomsten van de enquête geven een beeld van de bezoekers, de mate waarin deze sites voldoen aan de gestelde verwachtingen en de wensen die burgers hebben met betrekking tot interactie met de overheid. De sites als geheel krijgen van regelmatig terugkerende bezoekers een ruime voldoende. De beoordeling van de sites varieert van een 6,3 tot een 7,0. De belangrijkste reden om een overheidssite te bezoeken is de behoefte aan actuele informatie (32%). Informatie over beleidsthema’s (16%) en het raadplegen van vacatures (13%) zijn andere vaak genoemde redenen.

De interactie met de overheid via het internet laat nog wel te wensen over. Bijna tweederde van de bezoekers van overheidssites geeft aan hier geen ervaring mee te hebben. De bezoekers van overheidssites verwachten op dit terrein een actievere rol van de overheid. Een meerderheid (59%) is het (zeer) eens met de stelling dat de Rijksoverheid actiever gebruik zou moeten maken van internet. Verder is 58 procent het (zeer) eens met de stelling dat de Rijksoverheid zich interactiever zou moeten opstellen ten opzichte van de burger.

Een snelle reactie (57%) en directe toegang tot de juiste persoon (57%) zijn volgens de bezoekers het meest van belang bij online interactie met de Rijksoverheid. Andere belangrijke aspecten voor een site zijn de behandeling van actuele onderwerpen (47%) en ‘zien dat er iets met meningen / opmerkingen gebeurt’ (42%).