2min

Tags in dit artikel

, ,

Al vlak na het vershijnen van 3DMark05, kwamen zowel ATI als nVidia met persberichten waarin ze allebij beweren dat hún kaarten de hoogste scrores in de benchmark halen. Dat is natuurlijk een status die ATI en nVidia graag willen hebben, omdat een goede uitslag in de 3DMark-test op veel gamers een grote indruk maakt. Al zijn de machines waar mee is getest, bijna niet meer een doorsnee pc te noemen.

nVidia kwam als eerst met het triomfantelijk nieuws, dat met een pc, gebouwd rond de GeForce 6800 Ultra, de zeer hoge score van 7229 haalde. Zeer spectaculair, maar als je weet dat het ging om een SLI-configuratie is het begrijpelijker. Dat wil zeggen dat de score werd gehaald op een experimentele opstelling met twee parallel geschakelde GF6800 Ultra-kaarten.

Oftewel geen systeem dat je regelmatig tegen komt, want alleen al aan de grafische kaarten hangt een prijskaartje van ongeveer 1200 euro. En daarnaast maakte nVidia gebruik van een Intel E7525 Tumwater-bord, dat is een moederbord die bestemd is voor werkstations waarin en Xeon met EMT64-extensie zit.

ATI kan daar in eerste instantie moeilijk tegen op. Volgens ATI haalt de een standaard Radeon X800 XT Platinium een score van rond de 5800 in 3DMark05. Maar dat is natuurlijk niet voldoende. Daarom wijst het merk naar een prestatie van een Finse overklokker, Sami Makïnen, die vrijdag een score van 8250 neerlegde op het scorebord van Futuremark. En dat op een systeem met een zwaar overklokte Athlon FX53 en een nogal aparte koelinstallatie.