3min

Tags in dit artikel

, ,

De Chinese computerfabrikant Lenovo heeft gisteren haar eerste PC’s onder haar eigen Lenovo merknaam op de Amerikaanse markt geïntroduceerd. Daarmee verdwijnen langzaam de oude IBM merken ThinkPad en ThinkCentre van het toneel.

Lenovo kreeg tijdelij de IBM merknamen toen het de PC divisie van IBM overnam. Lenovo acht de tijd nu echter rijp om van deze merknamen af te stappen en de nieuwe PC’s onder haar eigen merknaam uit te brengen. Lenovo hoopt zich van de rest te kunnen onderscheiden door zogenaamde ‘easy-to-use’ Pc’s.

Overigens zullen de Lenovo modellen niet alleen in Amerika verschijnen, maar zal het bedrijf de merknaam langzamerhand over de hele wereld uitrollen. De eerste PC’s die uitkomen onder het Lenovo label maken deel uit van de 3000 serie en die serie is volgens analisten een belangrijke stap in Lenovo’s geschiedenis.

"Op een gegeven moment moeten ze het IBM merk loslaten. De vraag is of PC kopers het merk willen kopen zonder het ThinkPad label, maar uit de geschiedenis is gebleken dat kleinere bedrijven bereid zijn om onbekende merken te omarmen, zoals ook bij Acer gebeurde," aldus Sam Bhavnani van Current Analysis.

Met de overname kreeg Lenovo ook de beschikking over een aantal getalenteerde werknemers van IBM, die het merk ThinkPad groot maakten. De combinatie tussen deze werknemers en de kostenbesparende oogpunten van Lenovo resulteren nu in de 3000 serie. De PC’s zijn bijvoorbeeld voorzien van management software die ook terug te vinden is op ThinkPad’s en ThinkCentre’s.

Zo zijn de Lenovo computers voorzien van software waarmee gebruikers hun computer kunnen herstellen na een virusaanval, updates voor hun besturingssysteem kunnen beheren en verbinding kunnen maken met netwerken.
Voordeel hiervan is dat Lenovo nu de mogelijkheid heeft om technologie die terug te vinden is in high-end PC’s, ook kan toepassen op goedkopere systemen.

De drie modellen, twee desktops en één laptop, kunnen in diverse configuraties geleverd worden. Zo kan er bij de J105 en J100 desktops gekozen worden voor een AMD Athlon 64, AMD Sempron of Intel Pentium 4 processor. In alle gevallen komt de grafische kracht van een SiS chip met 64MB geheugen en het intern geheugen variëert tussen de 256MB en de 512MB. Met uitzondering van het duurste model hebben alle computers verder nog een 80GB harde schijf.
Prijzen lopen van 349 dollar voor het model met de AMD Sempron processor tot 799 dollar voor de desktop met de AMD Athlon 64 processor. De monitor moet daar echter nog wel los bij worden aangeschaft.

De C100 laptop heeft een 15 inch scherm en wordt naar keuze geleverd met een Intel Celeron M 370 of 740. Bij alle modellen levert Intel de grafische chip en is er 512MB geheugen en 80GB aan schijfruimte beschikbaar. Het goedkoopste model moet het met de helft aan geheugen en schijfruimte minder doen. Alle modellen zijn verder geschikt voor Wi-Fi. Prijzen variëren tussen de 599 en de 999 dollar.