10min

Tags in dit artikel

, , ,

Apple bekend van onder andere de iPod, Mac en iPhone bestaat vandaag, 1 april 2008, 32 jaar. Tijd voor een terug- en vooruitblik op een van de meeste succesvolle merken ter wereld.

[b]De oprichting en de vroege jaren van Apple[/b]

Apple werd in Cupertino, Californië op 1 april 1976 als Apple Computer Incorporated opgericht door huidig CEO Steve Jobs, co-founder Steve ‘The Woz’ Wozniak en de minder bekende Ronald Wayne.

In de vroege jaren van het bedrijf (1967 – 1980) focuste het destijds kleine bedrijfje zich op de wording van haar eerste product, de Apple I. Deze computer was door Steve Wozniak helemaal met de hand gemaakt in de huiskamer van Jobs’ ouders. Een computer zoals wij deze tegenwoordig kennen was het niet. Het was eigenlijk alleen een moederbord met de gebruikelijke hardware erop gesoldeerd. Middels een ASCII-toetsenbord en een beeldscherm kon het als een computer gebruikt worden. De Apple I had zijn eerste acte de présence op de "Homebrew Computer Club", een hobbyistenclubje in Sillicon Valley waar vele hackers en IT-professionals lid van waren. De Apple I ging in juli 1976 in de verkoop en kostte 666,66 dollar. Deze prijs was bedacht door Wozniak omdat hij het herhalen van cijfertjes nogal leuk vindt.

Op 3 januari 1977 verliet Ronald Wayne het bedrijf en verkocht zijn aandelen aan Jobs en Wozniak. Ook werd Mike Markkula als investeerder aan het bedrijf toegevoegd. Hij financierde de formatie van Apple met 250.000 dollar.

Niet lang daarna kwam Apple’s tweede product als opvolger van de Apple I, die de naam Apple II kreeg. De Apple II werd op 16 april 1977 geïntroduceerd op de "West Coast Computer Faire". De Apple II verschilde in een belangrijk opzicht van haar concurrenten, de TRS-80 en de Commodore PET. Het was namelijk de eerste computer met kleurengraphics en een open architectuur. Apple overtrof alle verwachtingen door in plaats van cassette-tapes als opslagmedium gebruik te maken van een 5 1/4-inch floppy disk, die de Disk II werd genoemd.

Hoewel Apple tegenwoordig naast hardware ook veel met software bezig is, vormde software destijds ook al een hoofdzaak van het bedrijf. De Apple II werd al snel uitgekozen als platform voor bedrijfssoftware. De eerste "killer app" was het VisiCalc spreadsheet-programma gemaakt door ontwikkelaars Dan Bricklin en Bob Frankston. Door VisiCalc ontstond er een lucratieve markt voor Apple waardoor het ook thuisgebruikers wist over te halen een Apple II-computer te kopen. Dit resulteerde uiteindelijk in een hele Apple II-familie die elk hun eigen specificaties hadden. Het succes van Apple resulteerde ook in vacatures voor ontwikkelaars die zich massaal bij Apple meldden.

In mei 1980 volgde de opvolger van de Apple II, die hoe non-creatief ook, de Apple III als naam kreeg. Het bedrijf moest ook wel want de concurrentie van IBM en Microsoft was erg groot. De Apple III bleek echter niet zo’n succes, mede doordat er koelingsproblemen optraden omdat Jobs de koeling-fan wou weglaten. Gekochte Apple III’s werden massaal teruggebracht.
In een poging om te redden wat er te redden viel introduceerde Apple daarom in 1983 een verbeterde versie van de Apple III, de Apple III+, die eveneens een flop werd vanwege slechte reviews en terughoudende kopers.

Ondanks problemen bleef Apple groeien in de jaren ’80 door haar sterke positie in de educatieve sector. Apple en de Californische staat sloten een deal waarmee elke school in de staat één Apple II en één Apple LOGO software-pakket, Apple’s programmeertaal, toegewezen kreeg.

[b]1981 – 1989: Lisa en Macintosh[/b]

Nadat Steve Jobs samen met Apple-medewerkers in december 1979 Xerox PARC bezocht om de Xerox Alto te bewonderen, gaat het gerucht dat dat Jobs direct overtuigd was dat alle toekomstige computers een GUI – Graphical User Interface – moesten hebben.

Hij wilde de ontwikkeling van de nieuwe Apple-computer, de Apple Lisa – vernoemd naar zijn dochter -, over een andere boeg gooien. Wegens ruzie in het team gooide men hem eruit en Jobs nam in plaats daarvan een ander project, de Macintosh, over van Jeff Raskin. Volgens Jobs was dit het product dat Apple moest redden. Een kleine interne oorlog brak uit tussen het team van de Lisa en Jobs’ Macintosh-team, die allebei aangaven de eerste en succesvoller te zijn met hun product. Het Lisa-team verloor en lanceerde in 1983 de eerste computer met een GUI. Ondanks dat werd de Lisa door haar hoge aanschafprijs van 9.995 dollar een grote flop.

Een jaar later, in 1984, werd daarom alsnog de Macintosh gelanceerd. Dit gebeurde door middel van een tv-commercial ter waarde van 1,5 miljoen dollar met de naam "1984", gebaseerd op George Orwell’s novelle "Nineteen Eighty-Four". De eerste verschijning vond plaats tijdens de Superbowl van 22 januari 1984. Ondanks dat de Macintosh aanvankelijk goed verkocht, waren op lange termijn de verkopen verre van sterk. Gelukkig voor Apple veranderde dat met de introductie van de LaserWriter, de eerste laser-printer die redelijk geprijsd was, en PageMaker, het eerste software-pakket voor desktop publishing (DTP). In deze markt was de Macintosh zeer sterk vanwege haar uitgebreide grafische mogelijkheden. Doordat DTP gemeengoed werd stegen de verkopen van de Macintosh explosief. Hierdoor bood Apple op 7 september 1984 haar eerste publieke aandelen aan.

Hierop ontstond er in 1985 een interne machtsworsteling tussen Jobs en Apple’s nieuwe CEO John Sculley waardoor Jobs uiteindelijk ontslag nam bij het bedrijf wat hij zelf had opgericht. Hij richtte vervolgens NeXT op wat uiteindelijk door middel van NeXTSTEP door Apple werd ingelijfd en de basis van Mac OS X werd.

[b]1989 – 1991[/b]

In 1989 lanceerde Apple haar eerste draagbare computer, de Macintosh Portable, met een prijskaartje van 6500 dollar. Dit werd opnieuw geen succes en daarom deed Apple opnieuw een gooi naar een draagbare computer met de Powerbook die in 1991 het levenslicht zag. Datzelfde jaar introduceerde Apple eveneens een grote upgrade voor het Mac OS, Mac OS 7, die een kleureninterface en nieuw netwerkmogelijkheden bood.

De Powerbook bleek een enorm succes en Apple introduceerde nog vele andere producten dat jaar. Haar concurrentie zat echter ook niet stil en Microsoft Windows bleek heel goed in staat om te concurreren met Apple’s Mac OS 7. In tegenstelling tot wat je zou verwachten daagde Apple Microsoft voor de rechter wegens het stelen van intellectueel eigendom. Dit sleepte zich jaren voort en uiteindelijk werd de zaak geseponeerd. Het kwaad was toen echter voor Apple al geschied en ondanks een aantal nieuwe producten lukte het Apple, mede door introductie van Windows 95, niet om weer voet aan de grond te krijgen.

Toen ging Apple zich toeleggen op consumenten-electronica en introduceerde een van de eerste digitale camera’s, de Apple QuickTake. Niet veel later volgde de Newton, een PDA die ondanks een commerciële flop wel de voorloper van de Palm Pilot, PocketPC en de iPhone werd.

[b]1994 – 1997[/b]

In 1994 ging Apple samenwerken met voormalig concurrent IBM en processor-bouwer Motorola, een poging om een nieuw computerplatform te creëren. Het PowerPC Reference Platform, zoals het ging heten, combineerde de hardware van IBM en Motorola met die van Apple. Datzelfde jaar introduceerde Apple de Power Macintosh die van IBM’s PowerPC-processor gebruikmaakte.

Van midden tot eind jaren ’90 deed Apple verwoede pogingen om haar Mac OS te verbeteren die allen zonder resultaat bleken te zijn. Niet lang daarna kocht Apple NeXT en haar NeXTSTEP-besturingssysteem om als basis voor het nieuwe Mac OS, Mac OS X te gaan fungeren. Zo kwam Jobs terug bij het bedrijf wat hij in 1976 had opgericht.
Toen in 1997 Gil Amelio als CEO opstapte, werd Jobs interim CEO en voerde hierop een herstructurering van Apple’s productlijn uit.
In datzelfde jaar kondigde Jobs op de Macworld Expo aan dat Apple ging samenwerken met Microsoft om de Microsoft Office-suite naar de Mac te krijgen. Later dat jaar introduceerde Apple haar Apple Store als een online winkel waar alle producten van Apple te bestellen waren. Daarnaast bood het bedrijf een optie voor ‘build-to-order’ waarmee klanten hun Mac zelf konden samenstellen. Om de verkopen opnieuw te stimuleren introduceerde Apple eveneens nieuwe computers met de PowerPC-architectuur.

[b]1998 – 2005: Een nieuwe start voor Apple[/b]

Op 15 augustus 1998 introduceerde Apple de eerste alles-in-één-computer, de iMac. Het iMac design-team werd geleid door Jonathan Ive die ook verantwoordelijk is voor het design van de iPod en de iPhone. De iMac was eerst alleen verkrijgbaar in het blauw, maar later volgde een heel assortiment aan verschillende kleuren. In de eerste vijf maanden na zijn release werden van de iMac 800.000 exemplaren verkocht, genoeg voor Apple om sinds 1993 weer een stijgende lijn in te zetten.

In 1998 kocht Apple Macromedia’s Final Cut-software, om zich ook op de digitale video-bewerkingsmarkt te kunnen gaan richten. Een jaar later introduceerde men iMovie voor consumenten en Final Cut Pro voor professionals. Final Cut Pro is tegenwoordig een van de meest gebruikte programma’s in de videowereld om video’s mee te bewerken. In 2002 moesten Nothing Real’s Shake en Emagic aan een overname geloven. Hierop introduceerde Apple Logic als audiobewerkingsoftware voor professionals en GarageBand voor consumenten. Met de introductie van iPhoto daarna had Apple een eerste begin gemaakt voor haar populaire iLife-suite.

Op 24 maart 2001 introduceerde Apple vervolgens de eerste versie van Mac OS X, Mac OS X 10.0. Hierover meer in het artikel over het zevenjarig bestaan van Mac OS X.
Twee maand later datzelfde jaar opende Apple haar eerste Apple Stores in Virginia en Californië. Sindsdien zijn er honderden Apple Stores geopend. Ook in 2001 was de lancering van de eerste versie van Apple’s draagbare digitale mediaplayer, de iPod, waaraan Apple onder andere haar succes te danken heeft. Sinds de introductie tot nu zijn er wereldwijd meer dan 100 miljoen exemplaren verkocht.

Twee jaar later introduceerde Apple de iTunes Store waar iTunes-gebruikers onder andere muziek konden kopen. Sindsdien is de iTunes Store uitgegroeid tot een van de meest succesvolle online muziekwinkels. Tijdens de Macworld Conference & Expo van dit jaar (2008) kondigde Steve Jobs aan dat Apple meer dan 4 miljard nummers via de iTunes Store had verkocht. Ook op Mac-gebied werd weer progressie geboekt met de introductie van nieuwe modellen zoals de iBook, PowerBook, eMac en de Power Mac.

[b]2005 tot nu: Samenwerking met Intel[/b]

Op de Worldwide Developers Conference 2005 op 6 juni dat jaar kondigde Apple aan dat het begin 2006 Intel-gebaseerde Macs zou gaan introduceren. Op 10 januari 2006 introduceerde Apple vervolgens haar eerste Intel-laptop, de MacBook Pro. De MacBook Pro als opvolger van de Powerbook richtte zich op de professionele gebruiker met een 15,4 inch widescreen beeldscherm.

Later volgde de MacBook als opvolger van de iBook. Ook de iMac werd datzelfde jaar van een Intel-processor voorzien. Later volgde nog de Mac Pro als opvolger voor de PowerMac. In één jaar tijd slaagde het Apple erin om al haar computers van Intel Core Duo-processors te voorzien. Samen met de Intel-processors introduceerde Apple ook een nieuw stukje software, Boot Camp genaamd, wat gebruikers in staat stelt om Windows XP en Vista op een Intel Mac te draaien. Boot Camp werd op 26 oktober 2007 onderdeel van de huidige versie van Mac OS X, Leopard.

Na al die jaren dezelfde naam gedragen te hebben, kondigde Steve Jobs op de Macworld 2007 op 9 januari 2007 aan dat Apple Computer Inc. vanaf die dag als Apple Inc. door het leven zou gaan. Dit volgens Jobs omdat Apple zich niet alleen maar op computers richt. Tevens zagen de iPhone en de Apple TV tijdens de Macworld het levenslicht, wat blijk gaf van een terechte naamsverandering. Datzelfde jaar op 26 oktober werd ook de laatste en meest omvangrijke versie van Mac OS X, Mac OS X Leopard, vrijgegeven aan het grote publiek.

Begin dit jaar introduceerde Apple op de Macworld nog de MacBook Air als ’s werelds dunste laptop. Hiervoor moest de gebruiker wel bepaalde functionaliteit inleveren. Zo had de Air geen ethernet-poort en krijgt de gebruiker slechts de beschikking over één USB-poort. De Air wordt gezien als een fraai stukje innovatie van Apple en mede de introductie van het eerste multi-touchpad met muisgebaren maakt de Air populair.

[b]De toekomst voor Apple[/b]

Wat de toekomst voor Apple brengen zal is moeilijk te zeggen, maar zeker is dat Apple zich op nieuwe sectoren wil blijven richten. Met de introductie van de Apple TV en bijbehorende filmverhuurdienst zette Apple een stap in de richting naar Apple met de televisie. Met de iPhone stapte Apple binnen in de wereld van de telefonie.

De verwachting is dat Apple zich in genoemde gebieden verder wil gaan profileren en doet dit bijvoorbeeld door een uitgebreidere versie van de Apple TV te introduceren. Daarnaast behoort een nieuwe versie van de iPhone tot de mogelijkheden.

Apple heeft zich bewezen innovatief met touchscreens om te kunnen gaan en vermoedelijk zal zij dit ook verder doorvoeren in haar computers. Eerder al kregen de MacBook Air en de MacBook Pro een multi-touchpad waarmee gebruikers innovatieve bewegingen gelijksoortig aan die van de iPhone kunnen maken. Het lijkt niet onlogisch dat Apple ook dit verder uit zal gaan breiden voor al haar consumentelectronica.