2min

Tags in dit artikel

,

Inleiding

Hoewel build 6801 en de eerste RC-versie ervan al onder de loep zijn genomen, werp ik nu voor de laatste keer een blik op de volgende versie van Windows, de langverwachte opvolger van Windows Vista, Windows 7.

Het is nog geen drie jaar geleden sinds de lancering van Windows Vista – iets waar je ook genoeg over op Techzine kon lezen – en we zitten nu alweer bij de volgende Windows-versie: Windows 7. En wat is er sinds die tijd veel veranderd.

Waar Windows Vista in het bètastadium nog erg onstabiel, langzaam en niet af voelde, was dat helemaal niet het geval bij Windows 7. De plannen waren duidelijk en de ontwikkeling verliep soepel en snel. Waar Windows Vista zelfs een keer helemaal gereset werd en deadline na deadline niet gehaald werd, was er bij Windows 7 helemaal geen sprake van zulke taferelen.

Sommigen – ja, ik ook – vinden dat misschien een beetje saai. Sinds build 6801 is er weinig veranderd aan Windows 7 en is alleen geprobeerd het product zo stabiel mogelijk te krijgen en af te werken, maar dat is natuurlijk iets goeds – en ook iets niet voor Microsoft. Zo kan de softwaregigant uit Redmond eindelijk eens een Windows-versie écht goed maken.

Want hoe goed Windows Vista ook was en hoeveel wijzigingen het ook bracht op het gebied van prestaties, beveiliging en stabiliteit, het was een niet zo afgewerkt product.

Maar is een afwerkversie van Windows Vista wel genoeg om een geheel nieuw besturingssysteem te legitimeren en een reden om je portemonnee trekken? Ik denk van wel en zal de komende pagina’s uitleggen waarom. En geen zorgen, ik zal niet kort van stof zijn.