3min

Tags in dit artikel

,

Interieur

Als we het zijpaneel eraf halen zien we het interieur van die behuizing die geheel zwart is. De ventilatoren daarentegen hebben een gif-groene kleur meegekregen. Deze kan je aansluiten door middel van een molex-stekker. De achterste 92 mm ventilator maakt echter gebruik van een 3-pins-aansluiting waardoor je hem rechtstreeks op het moederbord kan aansluiten.


Net als bij veel andere behuizingen van andere fabrikanten heeft In-Win er ook voor gekozen om een uitsparing in het moederbord-tray te maken. Hierdoor kan je makkelijk processorkoelers installeren die gebruik maken van een backplate. Het hele moederbord hoeft de behuizing dan namelijk niet meer uit. Het moederbord-tray is voorzien van enkele ophogingen voor het moederbord. Hierdoor hoef je geen afstandhouders te installeren.


De afdekplaatjes voor de uitbreiding-sloten zitten vast met een tool-less-systeem. Deze plastic klemmen zijn net als de ventilatoren in het gif-groen uitgevoerd. Erg stevig zit je uitbreidings-kaart niet vast en ik raad dan ook aan om met grote videokaarten gewone schroeven te gebruiken.
De afdekplaatjes zijn voorzien van enkele gaten zodat lucht (van vooral een eventuele videokaart) makkelijk de behuizing uit kan.


Bovenin de behuizing kan je je optische drive installeren. Ook is er onder het 3,5”-interne-bay plek voor een 2,5”-apparaat zoals een SSD. Dan komt de 140 mm ventilator, en vlak hieronder is er weer ruimte om je harde schijven te installeren. Je harde schijven zitten in een frame die je uit de behuizing moet halen. Vervolgens kan je met sledes de harde schijven in het frame plaatsen en vervolgens het frame weer in de behuizing. Het frame is voorzien van de 80 mm ventilator en biedt in totaal ondersteuning voor drie harde schijven. Je kan er ook voor kiezen om het gehele frame uit de behuizing te halen waardoor er plek ontstaat voor twee 5,25”-apparaten.


Bij alle installatie-onderdelen is er sprake van een tool-less-systeem, behalve bij het 2,5”-apparaat; men dient dan nog gewoon gebruik te maken van ouderwetse schroeven. Veel uitbreidings-bays heeft deze behuizing niet, maar het zal voor het gros van de mensen voldoen. Het tool-less-systeem werkt bij zowel de 5,25”- als 3,5”-bays gewoon wel goed. Het is niet erg speciaal, zoals bij de Lancool K62 van laatst, maar het voldoet.


Al met al heeft In-Win de Dragon Slayer met een redelijk aantal ventilatoren uitgerust die tevens allen zijn voorzien van een stof-filter. Dat is erg mooi uitgevoerd en ik hoop dat meer fabrikanten het voorbeeld van In-Win volgen. Indien de vier niet genoeg zijn kan je desnoods aan de zijkant nog enkele 120 mm ventilatoren installeren. De ventilatoren zijn daarnaast niet heel luidruchtig. Wat wel een mooie toevoeging zou zijn is een simpele fancontroller.


Het kabel-management systeem van de Dragon Slayer ziet er ook goed uit. Er zijn tal van uitsparingen her en der waardoor je de kabels goed kan wegwerken. De USB 2.0- en audio-kabels van de Dragon Slayer zijn trouwens redelijk lang. Hierdoor kan je ze gemakkelijk aansluiten op het moederbord en vervolgens wegwerken.