3min

Tags in dit artikel

, ,

Multiplayer

De multiplayer modus van Gears of War is altijd een zorgenkindje geweest voor Epic. Met het eerste deel heeft het een aardige fanbase opgebouwd, velen zullen zich nog vooral de soms bijna epische shotgun-gevechten herinneren. Deel twee werd daarom nog grootser aangepakt, maar werd getroffen door grote lag-problemen, waarvan de nasleep nu nog gevoeld wordt. Desondanks biedt de multiplayer een berg aan content. Er moest echter hard gewerkt worden om het vertrouwen van de fans terug te winnen en daarnaast nieuwe spelers aan te trekken. People Can Fly heeft dit geprobeerd door de multiplayer een stuk toegankelijker te maken en een aantal nieuwe modi toe te voegen.


Modi
Voor het eerst is er Free For All aanwezig in een Gears-game, met negen andere spelers vecht je uit wie de beste is. Team Deathmatch is het bekende vijf tegen vijf-gevecht. Een variant hierop is Domination, een soort King of the Hill waarbij de twee teams vechten om drie verschillende posities op de map, waarmee punten gescoord worden.

OverRun is ook compleet nieuw en brengt voor het eerst klassen naar Gears of War. Hierbij speel je om de beurt als COG soldier en Locust. Het doel is om een bepaalde objective uit te voeren als Locust zijnde, de COG is het verdedigende team. Het team dat het snelste het doel weet te bereiken wint. Wanneer je bij het verdedigende team zit krijg je de mogelijkheid om uit verschillende klassen te kiezen, elk met een eigen wapen loadout en speciale kracht zoals het bouwen van turrets, helen van medespelers, ammunitiekratten spawnen en de mogelijkheid om naar plaatsen te klimmen waar de andere klasses niet kunnen komen.


Survival is een mix tussen de bekende Horde-mode, waarbij golven van vijanden verslagen moeten worden en OverRun. Opnieuw zijn de klassen aanwezig, maar dit keer zal er samengewerkt moeten worden om tien golven van Locust-aanvallen af te slaan.

Niet inbegrepen op disc, maar als downloadable content uitgebracht, voegt het Haven-pakket een extra map en de Execution-modus toe. Deze is hier tijdelijk gratis te downloaden, dus sla je slag!

Back to basics
Het voelt allemaal wat meer casual aan. Dit is vooral te merken aan het ontbreken van het Active Reload-voordeel, wat sterkere kogels met zich meebrengt, alsook Stopping Power, wat voor iets snellere gameplay zorgt. Ook is het voor het eerst mogelijk om van een hoger niveau naar beneden te springen en zo achter tegenstanders op te doemen. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe wapens en granaten, waaronder één die het leven van je medespelers regenereert.


Wat me vooral opvalt en ook behoorlijk frustreert na een aantal games gespeeld te hebben is het zogeheten two-piece. Een techniek die veel spelers gebruiken om kills te maken. Eerst wordt melee gebruikt, waardoor de tegenstander tijdelijk verlamd raakt, waarna het ‘gevecht’ met een shotgun wordt besloten. De snelheid waarmee deze twee acties elkaar opvolgen is gewoon in vrijwel alle gevallen dodelijk en zo zijn soms op simpele wijze veel kills te maken. Daarnaast is het opvallend vaak het geval dat het team dat de beste wapens die verspreid over de map liggen controleert, het winnende team is. Het is dan ook niet vreemd dat bij het begin iedereen naar deze wapens rent. Wanneer je iets minder goed bent, ben je gewoon vrijwel altijd de pineut.

Microtransacties
De trend is dat games steeds meer gebruik gaan maken van microtransacties, zoals we eerder ook bij Dead Space 3 (review) zagen. Betalen om sneller in level te stijgen is geen taboe meer en voor elke gamer zijn eigen goed recht, maar niet bepaald iets waar ik persoonlijk blij of trots van word. Ik zie de toekomstscenario’s al voor me, waarbij we moeten betalen voor toegang tot de beste wapens of voertuigen. Nu blijft het nog voornamelijk beperkt tot, veelal ontiegelijk lelijke, wapen- en karakterskins. Voor Microsoft zijn ze blijkbaar nog niet op te hoogte van de financiële crisis, wanneer we de prijs van veertig euro zien voor het totaalpakket aan verschillende skins. Sommigen zullen zeggen dat iedereen voor zichzelf moet beslissen, maar voor mij gaat dit toch even net iets te ver en ik noem het daarom geldklopperij eerste klas.