3min

Tags in dit artikel

, ,

Performance, software en bouwkwaliteit

Performance


Een moeilijk te meten punt bij een muis is de performance. Het zit hem veel meer in of de muis lekker in de hand ligt en adequaat reageert op de bewegingen die je maakt. Om toch enigszins met een indicatie te komen van hoe precies deze muis in de praktijk is, heb ik met drie muizen geprobeerd een rechte lijn te tekenen. Als eerste de Naos 5000, als goede tweede een Razer Copperhead en als derde een Trust muis die voornamelijk voor de sier mee doet. Zowel de Naos als de Copperhead heb ik getest op 2000 DPI en op hetzelfde oppervlak, een bureaublad van geschuurd beukenhout.


Na een paar pogingen blijkt het met de Naos 5000 veruit het makkelijkste te zijn om uit de losse hand een rechte lijn te tekenen

Software


De software van deze muis werkt, zoals we mogen verwachten, degelijk en zonder gedonder. Evenals de firmwareupgrade die ik meteen na de installatie aangeboden krijg,en natuurlijk ook uitvoer. Nog een welkome afwisseling ten opzichte van producten van andere fabrikanten is de overzichtelijke interface van de software. Er zijn verschillende profielen te selecteren (die overigens op de muis zelf worden opgeslagen) en per profiel zijn de algemene muisinstellingen, specifieke sensorinstellingen, led-kleuren en macro’s op te slaan.

Op de eerste pagina vinden we de standaard instellingen als button-assignment, polling rate (1000 Hz), dubbelkliksnelheid, scrollsnelheid en pointer-accelaration, welke ik overigens uit heb staan ten behoeve van de precisie. Een ander tabblad geeft toegang tot de instellingen van de led-kleuren waar we het al eerder over gehad hebben. Elke knop is aan of uit te zetten en de verlichting is globaal in te stellen. Het macro-tabblad geeft de mogelijkheid toetsencombinaties te koppelen aan de knoppen van de muis.



Sensor instellingen


Een speciaal kopje voor het instellen van de sensor. Hier zijn wat interessante features te ontdekken. Natuurlijk is hier de pointer speed en de DPI per DPI-step te vinden. De muis heeft per profiel drie DPI-standen die los ingesteld kunnen worden, en kunnen worden gewisseld met de knoppen onder het scrollwheel. Deze laatste is overigens los in te stellen voor de X- en de Y-as. Het nut hiervan ontgaat me eerlijk gezegd wel, maar mocht het nodig zijn, dan is het mogeljk.

Een optie die ik nog nooit eerder ben tegen gekomen is de Surface Quality Analyser. Door op de analyzeknop te drukken en vervolgens de muis tien seconden lang over het bureau heen te bewegen, kan de software een indicatie geven over de kwaliteit van de ondergrond. Mijn eigen bureau komt uit op ‘acceptable’, een vel papier komt weg met een ‘poor’-rating en een speciale, metalen muismat komt uit tussen Good en Excellent. En het moet gezegd, het verschil is inderdaad te merken bij precisiewerk.

Nog een leuke feature is de Lift Distance. Door deze in te stellen kan bepaald worden tot op welke hoogte de muis scant. Op ‘low’ kan de muis nog geen twee milimeter worden opgetild van het bureau, op ‘high’ reageert de muis nog op een centimeter hoogte. Indrukwekkend hoe dit via software ingesteld kan worden! Afhankelijk van het werk wat je doet is een lage danwel hoge waarde wenselijk. Ben je op de pixel precies aan het werken is de lage instelling een verademing, je kunt dan namelijk met wat oefening de muis optillen zonder de pointer te bewegen. Is de precisie niet belangrijk en moet je grote muisbewegingen maken, dan is een hogere instelling fijner.

Bouwkwaliteit


Bij een stijlvol uiterlijk hoort degelijk materiaal en Mionix heeft zich hier prima aan gehouden. De coating van de muis is niet alleen mooi maar ook vrij krasvast, al durfde ik de muis niet teveel te martelen om het uiterlijk niet te verpesten. Een flinke aanvaring met een sleutelbos is in ieder geval niet terug te zien op de coating. Verder is de body solide en geeft deze niet mee als je in het heetst van de strijd de muis wat steviger vastpakt. Hoe lang de muisknoppen het volhouden is altijd afwachten, maar door de manier waarop deze reageren heb ik niet het idee dat ze het snel op zullen geven. Als finishing touch heeft het knaagdier natuurlijk nog een staart nodig, en deze heeft geweven omhulsel. Het voordeel van dit soort bekabeling is over het algemeen dat het minder snel stug wordt en minder weerstand biedt op bepaalde ondergronden.