Uit onderzoek van de Universiteit Twente en Agentschap Telecom blijkt dat de WiFi-standaard in sommige opzichten tegen zijn technische grenzen aanloopt. De snelheid van het dataverkeer kan door de vele draadloze routers en andere apparaten teruglopen tot onder de twintig procent.
Zodra er meerdere draadloze netwerken in de omgeving actief zijn en veel apparaten hiermee contact proberen te maken, stapelen de problemen zich op voor de WiFi-verbindingen. Het onderzoek toont dat in extreme gevallen slechts 20 procent van de ruimte overblijft, van het daadwerkelijke dataverkeer. De overige bandbreedte van de verbinding wordt gebruikt voor onnodige pakketcontrole. In de praktijk is het in het algemeen eerder regel dan uitzondering dat dat de snelheid lager uitvalt dan de beloofde snelheid op de verpakking.
Een probleem waar WiFi mee kampt is het verwerken van data van verschillende apparaten die op dezelfde frequentie werken. Onderzoeker Roel Schiphorst geeft aan dat het niet direct een probleem is als meerdere mensen op één netwerk zitten: "Het is meer de techniek die niet optimaal is." Schiphorst stelt dan ook dat WiFi ten onder gaat aan zijn eigen succes.
De onderzoekers roepen op om tot een nieuwe standaardtechniek te komen. Ze hopen dat fabrikanten van WiFi-apparatuur aan zo’n standaard gaan werken met meer ruimte voor veel verschillende netwerken en apparaten.
51 minuten geleden
