1 min

Tags in dit artikel

, ,

Een Amerikaans hof van beroep heeft wellicht een flinke klap uitgedeeld aan tegenstanders van de schikking die Microsoft vorig jaar overeen is gekomen met de overheid. De rechter bevestigde dat verregaande aanpassingen in het operating systeem Windows nooit wenselijk zijn geacht. Volgens rechter Douglas Ginsburg is een eerdere uitspraak in de slepende anti-monopoliezaak niet zo uit te leggen dat Microsoft kan worden aangepakt voor het opnemen van extra programma’s binnen Windows, zoals de webbrowser Internet Explorer en Windows Media Player. De Amerikaanse staat Massachusetts en twee industriegroepen uit de computerbranche verzetten zich nog altijd tegen de schikking die het softwarebedrijf en het Amerikaanse ministerie van Justitie ongeveer een jaar geleden overeen kwamen.

De tegenstanders vinden onder meer dat het besturingssysteem Windows moet worden ontdaan van diverse extra’s zoals de browser en de mediaspeler, omdat concurrenten die ook dergelijke software maken hierdoor buitenspel komen te staan. In 2001 heeft een lagere rechtbank geconcludeerd dat het opnemen van diverse extra programma’s binnen Windows wel degelijk tegen de Amerikaanse anti-monopoliewetten indruiste en heeft bijgedragen aan het uit de markt drukken van browsermaker Netscape.

Massachusetts en de twee industriegroeperingen stelden deze week onder meer de vraag of door de schikking kan worden voorkomen dat Microsoft zich in de toekomst weer schuldig maakt aan machtsmisbruik. Binnen de huidige overeenkomst is onder meer opgenomen dat computerbouwers meer vrijheid moeten hebben om het apparaten met een besturingssysteem naar keuze uit te voeren.