2min

Tags in dit artikel

, ,

Intel heeft vandaag haar eerste low-end processoren aangekondigd, die geproduceerd zijn volgens het 90nm-procédé. De nieuwe Celeron D zal de prestaties van budget-systemen aanzienlijk moeten verbeteren.

Intel’s Celeron D heeft beschikking over 256KB L2-cache, wat tweemaal zo veel is als bij de vorige generatie Celeron-chips, en een 533MHz systeembus, wat een verhoging van 33 procent betekent ten opzichte van de 0,13 micron-versie. Daarnaast zal deze nieuweling ook beschikken over SSE3-technologie, dat in de Prescott voor het eerst werd geïmplementeerd. Alhoewel de Celeron D veel gemeen heeft met de meer geavanceerde Pentium 4, zoals bijvoorbeeld de langere pipelines, zal die toch niet uitgerust worden met Hyper-Threading technologie.

De reden waarom de in California gevestigde chipmaker de letter D heeft toegevoegd aan het Celeron-handelsmerk, is voorlopig nog niet duidelijk. Intel heeft nog nooit voordien letters toegevoegd aan de namen van budgetprocessoren. Vanaf de eerste Celeron 266MHz tot de laatste Celeron 2,80GHz, heeft Intel deze processoren nooit een naam gegeven die verwijst naar de micro-architectuur van de chips.

Aanvankelijk zal Intel een Celeron D 335, 330, 325 en 320 aanbieden, op respectievelijke snelheden van 2,80GHz, 2,66GHz, 2,53GHz en 2,40GHz. Deze processor zal in de beginfase geschikt zijn voor Socket 478 in combinatie met de i845-, i865- en i875-chipset. Na verloop van tijd zal er ook een Socket 775-variant verschijnen.

De introductie van deze nieuwe Celeron zal hoogstwaarschijnlijk wat bijkomende druk uitoefenen op de verkopen van Intel’s grootste rivaal AMD, die eerder al de Sempron, de vervanger voor de Duron, aankondigde. Bij afname van 1000 stuks zullen de prijzen van de Celeron D 335, 330, 325 en 320 respectievelijk 117, 89, 79 en 69 dollar bedragen.