4min

Tags in dit artikel

, ,

Versie 11.0 van de Linux-distributie openSUSE is eergisteren uitgebracht. Deze nieuwe versie start een nieuwe versiereeks, er zijn dus veel veranderingen vergeleken met de 10.x-reeks.

OpenSUSE is de community-versie van Novell’s SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED), op dezelfde manier als Fedora Core de community-versie van Red Hat is. OpenSUSE bestaat sinds versie 10.2 en is voortgekomen uit SUSE Linux. Versie 11.0 is de eerste nieuwe major versie sinds de overgang naar openSUSE en zal waarschijnlijk de basis vormen voor een nieuwe uitgave van SLED, namelijk SLED 11.

Vernieuwingen zijn in versie 11.0 vergeleken met 10.3 vooral te vinden in de desktopomgevingen KDE en GNOME, het pakketbeheer, windowmanagement via Compiz Fusion en het installatieprogramma. Hieronder volgt in grote lijnen welke veranderingen aan deze onderdelen zijn doorgevoerd. Natuurlijk zijn er ook nog een hoop overige veranderingen, waaronder het toevoegen van de nieuwste versies van OpenOffice.org, Firefox, Banshee en NetworkManager.

GNOME 2.22

De GNOME-desktopomgeving is in openSUSE 11.0 nu terug te vinden als versie 2.22.

GNOME is in openSUSE zo dicht bij de stock-versie gebleven als mogelijk, maar er zijn ook wat aanpassingen gemaakt om het herkenbaar te maken binnen openSUSE. De standaardlayout, iconen en instellingen van GNOME zijn aangepast om aan te voelen als een onderdeel van openSUSE. Ook het SLAB-menu is nog altijd standaard actief, iets dat typerend is voor de GNOME-versie in openSUSE.

Nieuw is het gebruik van PulseAudio als vervanger voor de esound geluidsserver. PulseAudio biedt veel meer geavanceerde functies waaronder het instellen van volumeniveau’s voor elke applicatie en het doorsturen van een audiostream naar een andere PulseAudio-server op het netwerk.

In versie 11.0 wordt ook gebruik gemaakt van PolicyKit om rechten op de desktop beter te beheren, zoals het aanpassen van de systeemtijd vanuit de tijd-applet op de desktop. Verder gebruikt men PackageKit om de gebruiker te attenderen bij updates.


[center]OpenSUSE 11.0 met GNOME-desktopomgeving[/center]

KDE 4.0

Verrassend in openSUSE 11.0 is het gebruik van versie 4.0 van de KDE-desktopomgeving. KDE4 heeft zelfs de voorkeur boven KDE3, wel blijft versie 3.5 van KDE beschikbaar op de openSUSE DVD.

De keuze om de 4.0 versie van KDE te bundelen bij deze nieuwe uitgave is opmerkelijk omdat de KDE-ontwikkelaars zelf zeggen dat versie 4.0 slechts een technologische preview was; geen uitgave voor gebruik door de eindgebruiker. Versie 4.1 van KDE staat op de planning voor juli, er zal tijdig een update volgen.

Omdat versie 4.0 van KDE4 geen complete desktopomgeving is heeft het team achter openSUSE besloten om enkele applicaties uit de eerste beta-versie van versie 4.1 te bundelen. Het betreft hier de programma’s voor het beheren van persoonlijke informatie, waaronder KMail, KOrganizer en Akregator.

Voor de gevallen waarbij er geen KDE4-versie in de beta van versie 4.1 te vinden is, wordt er gebruik gemaakt van applicaties uit KDE 3.5. Het betreft hier onder andere Amarok, K3B, KOffice en KNetworkManager.


[center]OpenSUSE 11.0 met KDE4-desktopomgeving[/center]

Speciaal voor de toevoeging van KDE4 aan openSUSE is de setuptool, YaST, geporteerd naar de Qt4-toolkit. KDE4 maakt gebruik van dezelfde toolkit waardoor een uniform uiterlijk met de rest van de desktop ontstaat.

Verbeteringen in het pakketbeheer

Voor het beheer van softwarepakketten in openSUSE is altijd de snelheid een punt van kritiek geweest: elke actie die te maken had met softwarepakketten in YaST duurde relatief lang vergeleken met andere Linux-distributies. Het project heeft hier nu een einde aan gemaakt door het overschakelen op zelfontwikkelde SOLV-bestanden ter vervanging van de vrij trage YUM-metadata.

Het nieuwe metadata-formaat samen met een nieuwe parser heeft ervoor gezorgd dat het parsen van pakketten in YaST en Zypper veel sneller verloopt. Ook nemen de nieuwe SOLV-bestanden minder opslagruimte in beslag en is het geheugengebruik van de parser flink naar beneden gebracht.

Compiz Fusion voor 3D-effecten

Compiz Fusion is nu standaard beschikbaar in openSUSE 11.0. Voorheen was Compiz, de versie zonder de extra plugins uit het ‘Compiz Fusion’-project, al standaard geïnstalleerd. Voor het activeren en configureren van Compiz Fusion wordt gebruik gemaakt van Compiz Config Settings Manager, wat als ‘Desktop Effects’ is terug te vinden in het menu.

Ook nieuw bij de implementatie van de 3D-desktop is het gebruik van AIGLX in plaats van XGL voor de ruggengraat. Deze nieuwe uitgave detecteert automatisch of AIGLX bruikbaar is op de huidige hardware en schakelt dit naar gelang in of uit. Indien AIGLX beschikbaar is kan men gebruik maken van Compiz Fusion.

In vorige versies van openSUSE moest men voor het gebruik van Compiz gebruik maken van de speciale XGL-X-server of het bestand xorg.conf handmatig aanpassen voor gebruik van AIGLX. Het gebruik van AIGLX bied voordelen, waaronder de standaard ondersteuning vanuit de X.Org-X-server en het behouden van 3D mogelijkheden voor andere applicaties.

Een vernieuwd installatieprogramma

Het installatieprogramma in openSUSE 11.0 is flink op de schop genomen. Doordat het programma leunt op YaST en hierdoor ook geporteerd moest worden naar Qt4, net als YaST zelf, bood dit de mogelijkheid om het uiterlijk totaal te veranderen via de ingebouwde CSS-ondersteuning in Qt4. Het nieuwe uiterlijk moet de installatieprocedure prettiger maken voor de eindgebruiker.

Een andere verbetering voor eindgebruikers is de mogelijkheid om de installatie te starten als een venster vanuit een liveCD. Dit is toegepast in de GNOME- en KDE-liveCD’s.

Door de snelheidsverbeteringen in het pakketbeheer en het gebruik van LZMA-compressie voor de softwarepakketten is de installatie voor sommige pakketten tot wel 2,6 maal zo snel geworden. Dit heeft er in geresulteerd dat een installatie van openSUSE 11.0 afgerond kan zijn in ongeveer twintig minuten.


[center]Installatieprogramma van openSUSE 11.0[/center]