2min

De Verenigde Staten vragen van bondgenoten in Europa om geen netwerkapparatuur meer in te kopen van het Chinese Huawei. De hoop is dat een subsidie voor bedrijven en overheden om apparatuur van andere bedrijven in te kopen, hen overstag laat gaan. Zo denkt de Amerikaanse overheid zijn verbod op de Chinese netwerkapparatuur kracht bij te zetten.

Dat meldt The Wall Street Journal vandaag. De Amerikaanse overheid heeft van zijn bondgenoten gevraagd om zo snel mogelijk te stoppen met de aanschaf van Chinese netwerkapparatuur. Netwerken in onder meer de Benelux maken wel gebruik daarvan en de Amerikanen denken dat die netwerken daardoor minder veilig zijn.

Achterdeurtjes inbouwen

De Amerikanen, Australiërs en ook andere landen vrezen dat Chinese verblijven verplicht achterdeurtjes inbouwen in de netwerkapparatuur en -software. Op die manier is het makkelijker om ze te bespioneren. Ook zouden de Chinese 5G-netwerken makkelijker te kraken zijn voor de Chinese overheid en zijn landen daardoor kwetsbaar voor cyberaanvallen.

The Wall Street Journal noemt overigens lang niet alle landen, maar heeft het specifiek over Duitsland, Italië en Japan. Maar ook in Nederland is er de laatste tijd veel commentaar op de rol van de Chinese overheid bij bedrijven uit het land. De angst van sommige politici en de veiligheidsdiensten is dat de Chinese overheid mogelijk de C2000-apparatuur van de politie en hulpdiensten wil gaan gebruiken om te spioneren.

Gisteren vroegen om die reden GroenLinks en de VVD van de minister van Veiligheid en Justitie om de aanbesteding van die C2000-apparatuur te heroverwegen. Het kabinet meldde daarop alert te zijn op Chinese spionage en constant in contact te staan met de inlichtingendiensten. Voor 5G-netwerken zijn hoe dan ook alternatieven: het Finse Nokia en Zweedse Ericsson leveren bijvoorbeeld ook eigen netwerkapparatuur voor 5G-netwerken.