2min

Het Elektronisch Patiëntendossier(EPD) is weer in opspraak. Het EPD is onvoldoende beveiligd en makkelijk te misbruiken door kwaadwillenden, met als gevolg dat de privacy van patiënten in het geding is.

Dat concludeert Guido van ’t Noordende, informaticus aan de Universiteit van Amsterdam, na het eerste uitgebreide wetenschappelijke onderzoek naar de beveiliging van het EPD. Politici en zorgverleners zijn al jarenlang met elkaar in debat over de invoering van het EPD. Het EPD maakt het mogelijk voor zorgverleners om toegang te krijgen tot elkaars patiëntengegevens. Aan de ene kant is er het argument dat het EPD medische fouten kan helpen voorkomen, aan de andere kant zijn er bezwaren met betrekking tot aantasting van de privacy van patienten.

Uit het onderzoek blijkt dat het EPD op meerdere punten tekortschiet. De studie naar de beveiliging van het EPD is het eerste onderzoek dat, zonder opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, zo uitgebreid de beveiliging aan de kaak stelt.

"Verbeteringen zijn mogelijk, maar vereisen een aanzienlijke herziening van de EPD-architectuur. Als de tekortkomingen niet worden opgelost is het EPD gewoon lek", aldus Van ’t Noordende. Artsen zijn in staat om, op onveilige wijze, bevoegdheden te delegeren aan medewerkers. Van ’t Noordende geeft aan dat dit het grootste punt van kritiek is.

Als reactie op de studie geeft Nictiz aan sommige aanbevelingen mee te nemen bij komende aanpassingen. Nictiz, het expertisecentrum dat voor het ministerie van Volksgezondheid het EDP invoert, geeft aan tot andere conclusies te komen in hun afwegingen tussen beveiliging en gebruiksvriendelijkheid van het EPD. "Wij hebben een afweging gemaakt op basis van de praktijk. Dat is iets anders dan de theorie", aldus Nictiz-directeur Van Boven.