2min

De Verenigde Staten behouden het recht om met militaire macht terug te slaan als een kwaadwillende natie of crimineel een cyberaanval uitvoert op het land. Het land voert haar inspanningen op om daders op te sporen.

Dat staat in een rapport van het Pentagon dat gisteren openbaar is gemaakt. "We behouden het recht om onze natie, onze bondgenoten, onze partners en onze belangen met alle middelen te verdedigen: diplomatiek, informatief, militair en economisch", aldus het rapport. "Wanneer het gerechtvaardigd is, reageren we op vijandelijke aanvallen in cyberspace zoals we op iedere dreiging zouden reageren." Volgens het rapport kan dat eveneens betekenen dat de VS zelf een cyberaanval lanceren of militair ingrijpen.

Wereldwijd bedienen medewerkers van het Amerikaanse ministerie van defensie meer dan 15.000 computernetwerken en 7 miljoen computers. Deze netwerken en computers worden miljoenen keren per dag door kwaadwillenden gescand op zwakheden. Door cyberaanvallen zijn er al enkele duizenden bestanden verloren geraakt. Tevens kosten ze de Amerikaanse overheid jaarlijks miljarden dollars. Deze dreiging beperkt zich niet tot de overheid: ook het bedrijfsleven ondervindt hinder van cybercriminelen.

Hoogste tijd dus om de beveiligingsinspanningen op te voeren. Door de formuleringen in het rapport wil het ministerie van defensie internetcriminelen en -terroristen schrik aanjagen om zo toekomstige aanvallen af te slaan.

Een tweede doelstelling is het opvoeren van de inspanningen om de daders op te sporen. Volgens het rapport is het internet anoniem van aard. Daarom kan vrijwel iedereen zomaar een aanval uitvoeren. Het ministerie investeert om die reden in het creëren van algoritmes om daders op te sporen.

Ook Nederland is druk bezig met initiatieven om cyberaanvallen af te slaan. Daarvoor wil het in 2015 een cyberleger creëren dat gespecialiseerd is in het verdedigen, aanvallen, vertragen en manoeuvreren van cyberaanvallen. De regering heeft daarvoor 50 miljoen euro opzij gelegd.