5min

Binnen de IT-markt zien we de afgelopen jaren duidelijk dat bedrijven gericht op back-up en disaster recovery groeien als kool. Dat is ook niet zo heel vreemd, want data staat al lang niet meer op één en dezelfde server of cloud. Het aantal applicaties groeit en multicloud wordt steeds meer omarmd, de twee oorzaken van dataspreiding. Back-ups en availability-management zijn ondanks het belang nog niet altijd een vanzelfsprekendheid, maar bij organisaties lijkt het besef wel steeds meer in te dalen. Niet voor niets heeft Veeam de wind in de rug. Onlangs waren we te gast op de VeeamON Tour in Den Haag, waar we bijgepraat werden over de laatste ontwikkelingen binnen het bedrijf. 

Het wordt ons duidelijk dat het bedrijf meegaat in de trend waar de markt heen beweegt, namelijk het bieden van een platform. Dat doet concurrent Commvault ook, vertelde deze partij ons onlangs. Uiteraard is het niet erg om mee te bewegen met de markt. De markt gaat niet voor niets een bepaalde richting op.

Waar het Veeam om gaat is het bieden van een platform voor datamanagement. Eigenlijk betekent dit een stuk meer realiseren dan wanneer er alleen gebruikgemaakt wordt van één of meerdere cloudproviders. Of het nou om AWS, Microsoft Azure of Google Cloud gaat; allemaal laten ze bepaalde verantwoordelijkheden rondom data over aan de klant.

Veeam heeft natuurlijk wel verschillende producten, diensten en oplossingen. Maar we gaan steeds meer zien dat er een platform geboden wordt. Eerder dit jaar resulteerde dat bijvoorbeeld nog in een datamanagementplatform dat samen met Pure Storage op de markt gebracht wordt. De focus ligt hierbij op integratie tussen het Veeam Availability Platform en de Pure Storage FlashArray. Moderne enterprises worden zo ondersteund met continuïteit, flexibiliteit en intelligentie.

Op weg naar ultieme availability

Ondanks dit streven zal het onderdeel availability de centrale rol binnen Veeam blijven vervullen. Het bedrijf specialiseert zich al sinds zijn oprichting in 2006 in dit aspect. Availability komt neer op het beschikbaar houden van data en processen. Indien er iets gebeurt waardoor het datacenter plat ligt, dan moet dat zo kort mogelijk duren. Dit aspect wordt nu, als het aan Veeam ligt, een stuk duidelijker naar buiten gebracht.

Begin dit jaar introduceerde het bedrijf namelijk een vijfstappenmodel, waarin ultieme beschikbaarheid het uiteindelijke doel is. Deze stappen zijn achtereenvolgens backup, aggregation, visibility, orchestration en automation. Om het eenvoudig te houden zullen we in het vervolg van dit artikel de Nederlandse termen back-up, aggregatie, zichtbaarheid, orkestratie en automatisering aanhouden. Veeam deelde met ons een afbeelding met daarin de stappen, die willen we je niet onthouden.

De vijf stadia voor ultieme availability

Input van een mens

Doorgaans zullen klanten van Veeam het back-up-verhaal prima volgen, dat is iets waar het bedrijf ook om bekend staat. Waar wel veel minder aan gedacht wordt zijn de stappen die daarop volgen: aggregatie en zichtbaarheid. Het komt er op neer dat er verschillende datasets verzameld worden. Dan wordt er binnen de gehele infrastructuur in kaart gebracht wat er gebeurt, waar gegevens gegenereerd worden en hoe data weggeschreven wordt.

Deze drie stappen ziet Veeam als de onderdelen waar de mens invloed op heeft. Dan wordt er bijvoorbeeld geconfigureerd dat om één uur een back-up gemaakt moet worden en om twee uur weer. Het gaat dan vooral om policy-gebaseerd beleid.

Software gaat ingrijpen

Na deze drie stappen volgt iets waar klanten vaak helemaal niet mee bezig zijn. Orkestratie laat organisaties bepaalde tools implementeren voor zogeheten what if-scenario’s. Dit is met name handig indien een calamiteit zich voordoet. Een draaiboek geeft dan uitsluitsel over welke handeling door wie verricht moeten worden. Het is daarmee meer dan alleen een bepaalde applicatie aanzetten, aggregatie gaat ook in op bedrijfsprocessen en de mensen die eraan deelnemen.

Als al die voorgaande stappen doorlopen zijn, kan er overgegaan worden op iets waar Veeam momenteel heel erg naar toewerkt. Met automatisering hoef je dan niet meer terug te grijpen op het draaiboek en de specifieke medewerker hoeft niet meer ingeseind te worden. Deze automatiseringsstap klinkt als eenvoud waar we allemaal wel wat voor voelen, al is die momenteel natuurlijk momenteel nog niet alles omvattend. Met bepaalde scenario’s is nog niet rekening gehouden en ontbreekt de ervaring. In dat geval kan zo’n proces niet altijd geautomatiseerd verlopen.

Deze twee fases verschillen aanzienlijk van de eerste drie stappen, aangezien de software zelf gaat ingrijpen. Dit kan bij allerlei scenario’s nuttig zijn. Denk daarbij aan een aanval van cybercriminelen. De software merkt dan dat er iets vreemds gebeurt met de data, daar moet iets aan gedaan worden.

Menselijke fouten reduceren

Door deze processen steeds meer geautomatiseerd te laten verlopen, worden menselijke fouten meer en meer voorkomen. Voor IT’ers die met een storing te maken hebben gehad, zal dit als muziek in de oren klinken. Zij weten dat bij de fouten vaak een mens betrokken is.

Zo’n storing kan plaatsvinden als er gewerkt wordt aan systemen. Een organisatie kan bijvoorbeeld verbeteringen noodzakelijk achten naar aanleiding van een DDoS-aanval. Tijdens de werkzaamheden trekt een medewerker dan een verkeerd kabeltje uit het systeem of drukt hij op het verkeerde knopje. Een foutje dat de onbereikbaarheid van de diensten van een bedrijf tijdelijk veroorzaakt, waarbij de omvang mogelijk enorm is.

Onderzoeken tonen ook regelmatig aan dat menselijke fouten vaak de oorzaak zijn van het uitvallen van de systemen. Tijdens VeeamON claimt het bedrijf zelf dat dit acht op de tien keer het geval is, iets wat best aannemelijk klinkt. Al zien we in het nieuws wel vaak dat DDoS-aanvallen de schuld krijgen van downtime, onder andere als internetbankieren niet bereikbaar is.

Volledig plan in kaart brengen

Om die ultieme availability uiteindelijk te bereiken vraagt Veeam ook wat van zijn partners. Het bedrijf levert weliswaar de software die het mogelijk maakt, maar zeker bij de laatste twee stappen is dat niet genoeg. Vanuit de partners worden er business consultants ingezet, die samen met de klant gaan werken aan een Business Continuity Plan. Hierin worden de zaken opgenomen rondom het eerder beschreven aggregatieproces.

In Nederland heeft Veeam bijvoorbeeld Dimension Data als partner. Het bedrijf is ook bezig deze partij in België te strikken. Over Accenture zegt Veeam desgevraagd dat het wel bezig is met het opzoeken van een samenwerking met deze partij, maar dit heeft nog doorontwikkeling nodig.

Wat Veeam hierin opvalt is dat klanten dergelijke plannen nu soms al in een map hebben staan, alleen is zo’n map dan vaak verstopt binnen een organisatie. Deze map dreigt niet geüpdatet te worden indien veranderingen plaats hebben gevonden. Volgens Veeam is het verstandig dit plan in een tool te verwerken, om het veel zichtbaarder te maken en up-to-date te houden. Wij sluiten ons hier in ieder geval graag bij aan. Het automatiseren kan dan echt van start gaan en de ultieme availability komt een stap dichterbij.