2min

De functionaliteit van een computerprogramma en programmeertaal kunnen niet beschermd worden door copyright. Hetzelfde geldt voor bestandsformaten die in een computerprogramma worden gebruikt. Dat stelt het Europese Hof van Justitie in een rechtszaak die is aangespannen door softwarebedrijf SAS Institute tegen concurrent World Programming.

De laatste partij heeft een programma gemaakt waarmee gebruikers applicaties kunnen uitvoeren die geschreven zijn in SAS, een programmeertaal die door de eerstgenoemde partij is ontwikkeld. Dit biedt gebruikers een goedkoper alternatief om functies van het SAS-programma uit te voeren. Daar was het SAS Institute niet blij mee en het spande een rechtszaak aan wegens het schenden van copyright.

World Programming had een aantal legale exemplaren aangeschaft van de Learning Edition van het SAS Institute om zo de functionaliteit van het programma te bestuderen. Op basis van deze bevindingen ontwierp het bedrijf een alternatief op het dure business intelligence-platform van SAS. Daarop stapte SAS naar het Britse Hof om het bedrijf aan te klagen wegens het schenden van copyright. Toen deze rechtbank er niet uitkwam, keerde SAS zich tot het Europese Hof van Justitie.

Volgens het Hof is er echter geen sprake van copyrightschending. De rechter oordeelde dat er geen aanwijzingen zijn dat World Programming toegang had tot de broncode, of dat deze is gekopieerd. Tevens stelde de rechter dat een licentienemer geoorloofd is om de ideeën en principes van een computerprogramma te bestuderen en dat dit niet via de licentievoorwaarden verboden kan worden. Zolang de licentienemer zich beperkt tot het bestuderen en testen van een computerprogramma, is er volgens het Hof geen sprake van copyrightschending.