2min

Het plan van Europa om breedbandinternet met een snelheid van minstens 100 Mbps tegen 2020 tot bij de helft van alle huishoudens te brengen, loopt aanzienlijk achter op schema. De deadline zal niet worden gehaald, zo besluit de Europese Rekenkamer.

Terwijl uit de recentste Digital Economy and Society Index blijkt dat 57 procent van de Europese huishoudens toegang heeft tot ultrasnel breebandinternet (> 100 Mbps), stelt de Rekenkamer vast dat slechts 15 procent van de huishoudens midden 2017 dat ook al daadwerkelijk kon benutten.

Ook het doel om alle Europese huishoudens tegen 2020 van minstens 30 Mbps te voorzien, lijkt onhaalbaar. Vooral plattelandsgebieden blijven problematisch in de meeste lidstaten. In 14 van de 28 lidstaten heeft minder dan de helft van de huishoudens toegang tot breedbandinternet met een snelheid van minstens 30 Mbps.

De EU heeft in de afgelopen jaren ongeveer 15 miljard euro ter beschikking gesteld voor de verwezenlijking van zijn Europa 2020-breedbanddoelstellingen. Die bleken evenwel al meermaals te ambitieus. De doelstelling om alle Europese huishoudens toegang te geven tot basisbreedbandinternet (tot 30 Mbps) was vooropgesteld voor 2013, maar werd pas in 2017 bereikt.

België koploper

België is inzake de adoptie van snel en supersnel breedbandinternet één van de koplopers. 67 procent van de Belgen gebruikt een internetverbinding met een snelheid van 30 Mbps of meer. 41,83 procent gebruikt een verbinding met een snelheid van meer dan 100 Mbps. Ons land is daarmee goed op weg om de doelstelling van 2020 te halen.

Volgens de Rekenkamer is dat evenwel niet voor elke lidstaat het geval en moeten nieuwe plannen ontwikkeld worden voor de periode na 2020.

“Het is belangrijk dat de EU zichzelf uitdagende en realistische doelstellingen voor breedband in de toekomst stelt en deze ook daadwerkelijk bereikt”, zegt Iliana Ivanova, lid van de Europese Rekenkamer. “We doen aanbevelingen op het gebied van strategische planning, het regelgevingskader en de bevordering van concurrentie.”

Als die aanbevelingen worden gevolgd, zou het doel om alle huishoudens tegen 2025 op een ultrasnelle breedbandverbinding (op te waarderen tot 1 gigabit per seconde) te krijgen, wel haalbaar kunnen zijn.