2min

Kaspersky heeft bekendgemaakt dat het Duqu-virus voor een deel is ontwikkeld in een nog onbekende programmeertaal. Hierdoor is het voor de beveiligingsbedrijven een grote uitdaging om de code goed te doorgronden. Door de onbekende programmeertaal is het ook vrijwel zeker het virus is ontwikkeld door een overheidsdienst en niet door een hackersgroep of cybercriminelen.

Het Duqu-virus dook vorig jaar voor het eerst op. Het is een variant op het Stuxnet-virus dat eerder is opgedoken en in Iran flink wat schade aanrichtte. Het gerucht gaat dat er 30.000 computers in Iran waren besmet en het hierdoor activiteiten in een kerncentrale moest staken.

Het Stuxnet virus is waarschijnlijk het meest geavanceerde virus dat ooit is opgedoken. Het is ook hoogstwaarschijnlijk bedoeld om informatie te verzamelen, sommige experts noemen dit het begin van een cyberoorlog.

Nu Kaspersky weet te meldden dat er gebruik is gemaakt van een nog onbekende programmeertaal vallen ook wat mogelijke verdachte af. Cybercriminelen zijn tot veel in staat maar een complete programmeertaal ontwikkelen is niet iets wat in hun straatje past, uiteindelijk hebben die als doel snel geld verdienen. De meest voor de hand liggende groep zijn inlichtingendiensten van overheden, die Stuxnet hebben ontworpen als wapen en om het zo lastig mogelijk te maken de code te ontcijferen is er een speciale programmeertaal ontwikkeld voor de gevoelige stukken code.

De basis van het Stuxnet-virus was overigens gewoon ontwikkeld in C++, maar de geavanceerde functies door de onbekende programmeertaal. Welke inlichtingendienst of regering er achter het virus zit is onduidelijk. Er is ook niemand die met een vinger durft te wijzen maar gezien vooral Iran is getroffen door het virus blijven er waarschijnlijk een handje vol kandidaten over.