Minister Plasterk heeft zojuist een brief naar de Kamer gestuurd met de antwoorden op de 64 vragen omtrent de metadata van 1,8 miljoen telefoongesprekken. Daaruit komt naar voren dat Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) en Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) al op 22 november zijn geinformeerd dat de data wel degelijk door Nederlandse inlichtingendiensten zijn verzameld en gedeeld met de NSA. Beide ministers besloten dit niet te delen met de Kamer en het belang en het geheim houden van de werkwijze van de inlichtingendiensten voorop te stellen.
Minister Plasterk moet zich morgen in een debat verantwoorden voor het verkeerd informeren van de Kamer in oktober en uitspraken die hij deed in het programma Nieuwsuur. Hij zei toen dat als de NSA 1,8 miljoen Nederlandse telefoongesprekken heeft afgeluisterd ze deze zelf hebben verzameld en daarbij niet zijn geholpen door de Nederlandse inlichtingendiensten.
Vorige week werd bekend dat het gaat om zogenaamde metadata van Satelliettelefoons en radioverkeer, die de NSA gewoon heeft ontvangen van de Nederlandse inlichtingendiensten. Dat maakte Plasterk overigens zelf bekend aan de Kamer, dit vanwege een lopende rechtszaak tegen het Kabinet, waarin de rechter wordt gevraagd restricties te leggen op het gebruiken van data van buitenlandse inlichtingendiensten die niet rechtmatig zijn verkregen. Het kabinet hoopt met deze transparantie te voorkomen dat de rechter restricties gaat opleggen. Deze rechtszaak krijgt hoogstwaarschijnlijk nog wel een staartje, aangezien de advocaten nu willen weten of zij zijn afgeluisterd.
Het verkeerd informeren van de Tweede Kamer is een doodzonde in Den Haag en heeft al menig Minister zijn baan gekost, of Plasterk morgen aan kan blijven is dus nog maar de vraag en zal morgen blijken.