7min

Tags in dit artikel

,

Bij het horen van de term Artificial Intelligence komen er allerlei emoties bovendrijven bij mensen. Sommigen zijn er razend enthousiast over en zien al een toekomst voor zich waarin er volwaardige vervangers van mensen gemaakt kunnen worden. Anderen zijn er juist erg bang voor, omdat ze een Skynet-achtige associatie hebben met AI. Het wordt ‘slimmer’ dan wij als mensen zijn en gaat voor de ondergang van het mensdom zorgen. Beide benaderingen hebben als gemene deler dat AI wordt afgezet tegen wat wij als mensen kunnen. Dat is volgens Jasper Wognum, CEO van het Amsterdamse BrainCreators (dat we vanaf hier als Braincreators zullen schrijven) dan ook de fout die gemaakt wordt. Je moet AI geen menselijke eigenschappen toedichten, het is fundamenteel iets anders. Hierover – en over de ontwikkeling van Braincreators in het algemeen – gingen we recent met hem in gesprek.

Wognum is een AI’er van het eerste uur, zoveel is duidelijk. Hij is in 1995 de studie AI aan de Universiteit van Amsterdam gestart, in het tweede jaar dat deze studie werd aangeboden. Hij was er dus vroeg bij. Te vroeg eigenlijk, want toen hij klaar was met zijn studie, was er eigenlijk geen werk. Deels kwam dat door zaken zoals het barsten van de internet bubble en Y2K, maar ook omdat de technologie nog niet enorm volwassen was. Deep learning was toen bijvoorbeeld nog theorie. Dat is op dit moment waar het allemaal om draait. Tijdens die studie heeft hij wel vijf van de mensen leren kennen die nu bij Braincreators werken overigens.

Terug op de AI-trein

Braincreators zelf is nog niet zo heel oud. In 2013 besloten de voormalige studiegenoten dat de tijd rijp was om op de AI-trein te stappen waar ze jaren geleden tijdelijk afgestapt waren. In de tussentijd hadden ze allemaal hun sporen verdiend in andere branches. Zo heeft Wognum webwinkels gebouwd (voor V&D en de Bijenkorf, onder andere) en bij Hyves gezeten en heeft een andere Backbase.com opgericht. Dat bedrijf ontwikkelt software voor banken.

In eerste instantie richtte men zich op het ontwikkelen van LookLive. Er werd een algoritme ontwikkeld waarmee kleding van bekende mensen herkend. Die kleding werd dan vervolgens aangeraden aan mensen die het interessant vonden. In 2016 is dit verkocht aan een Amerikaanse partij, deels omdat het lastig was er een fatsoenlijk verdienmodel aan te hangen.

Wat doet Braincreators?

Braincreators zoals we het nu kennen, bestaat dus eigenlijk nog maar een jaar of twee. Maar wat doen ze nu precies in het grachtenpand in het centrum van Amsterdam? Als je het tot de essentie wil terugbrengen, houdt Braincreators zich bezig met patroonherkenning en het verbinden van conclusies aan deze patronen. Programmeren doen ze eigenlijk niet meer, dat doet het product dat ze hebben ontwikkeld.

Braincreators heeft dus wel degelijk een ‘product’, het is alleen wat lastig om eenduidig te stellen wat dit is. Dat ligt volgens Wognum voor een groot gedeelte aan de toepassing waarvoor het gebruikt wordt. Afhankelijk daarvan, krijgt het eindproduct zijn definitieve vorm.

Als je het hebt over daadwerkelijke producten, dan ontwikkelt Braincreators wel de nodige tooling overigens. Je kunt hierbij denken aan tooling voor het labelen van verkeersborden of beroemdheden. Dat is een kant-en-klaar product dat bedrijven zo af kunnen nemen bij Braincreators. De bedrijven kunnen deze tooling dan zelf inzetten. Het kan ook het begin zijn van een volledig door Braincreators op maat gemaakt product.

Het labelen van datgene waarvoor je AI in wilt gaan zetten, is overigens geen onbelangrijk onderdeel. Sterker nog, zonder de juiste labels kun je niet verder. Bij veel zaken is er al wel iets van metadata beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan (EXIF-)data van foto’s. Bij een unieke lijn staalplaten ligt dat uiteraard net iets anders.

Praktisch ingesteld

Een ding is echter wel duidelijk: Braincreators doet niet aan pilots, PoC’s en andere trials. Ze willen meteen de praktijk in. Dat is in de basis waar het om draait bij Braincreators: geen zweverig gedoe, maar gewoon praktische toepassingen van AI. Dat zijn niet per se toepassingen waar je de voorpagina’s mee haalt, maar waar bedrijven wel degelijk veel aan hebben. Of dat nu gaat om het optimaliseren van nieuwe kippenrassen (veel kippenrassen willen liever binnen zitten tegenwoordig, terwijl buiten lopen meer en meer de voorkeur heeft) of het optimaliseren van de fabricage van een staalplaat door Tata Steel, Braincreators kan er een rol in spelen.

In dit soort gevallen levert Braincreators een component die middels AI de patronen in de data herkent en daar steekhoudende conclusies aan verbindt. Volgens Wognum zijn er maar weinig partijen die dit soort zaken ook daadwerkelijk in productie kunnen aanbieden, zonder ellenlange trials en dergelijke. Dat onderscheidt Braincreators volgens hem van de rest van de markt.

Daarbij houden ze de markt goed in de gaten, om te kijken wat de beste onderliggende technologie is op een gegeven moment. Als dat TensorFlow is, dan gebruiken ze dat framework, maar zien ze dat PyTorch beter is, dan stappen ze net zo gemakkelijk over. Het draait onder de streep om een zo goed mogelijk eindproduct.

Academische connectie

Zoals al aangegeven zijn de mensen achter Braincreators studiegenoten aan de UvA geweest midden jaren ’90. De koppeling met de academische wereld is er nog steeds. Het bedrijf haalt er goede stagiairs vandaan bijvoorbeeld. Voor de besten van hen behoort een baan bij het bedrijf ook tot de mogelijkheden.

Braincreators fungeert daarnaast ook als testomgeving voor allerlei wetenschappelijke stellingen, aannames en modellen. Sommige dingen die er op papier zeer aannemelijk en interessant uitzien, zijn dat in de praktijk niet. Uiteindelijk werkt zo’n 10 procent van de wetenschappelijke zaken ook daadwerkelijk in de praktijk. Daarmee vervult het bedrijf een belangrijke en interessante functie wat ons betreft. Het maakt van een academische discipline een praktische. Het doet ons tot op zekere hoogte denken aan hoe process mining van een wetenschappelijk discipline een praktisch toepasbare is geworden.

Pakjes efficiënter bezorgen

We vragen vaak aan iemand die we interviewen welk project of product er volgens hem of haar echt uitspringt. Dat doen we tijdens ons gesprek met Wognum ook. Het antwoord geeft ook meteen weer aan dat we hier te maken hebben met een zeer praktisch ingesteld mens/bedrijf. Braincreators heeft DHL namelijk geholpen om het aantal niet-bezorgde pakketjes van 15 procent tot onder de 1,7 procent te krijgen.

Om dit te kunnen bewerkstelligen heeft Braincreators een AI-model getraind om niet alleen naar de postcode te kijken, maar naar de hele string aan tekens die op een label aanwezig is. Dat alleen al zorgde voor een afname van 10 procent. Aangezien met name grote instellingen (ziekenhuizen, scholen en dergelijke) meerdere ingangen hebben, is het ook van belang dat het bij de juiste afgeleverd wordt. Hier kom je achter door bij te houden waar het busje geparkeerd wordt bijvoorbeeld. Je komt steeds wat meer te weten en kan zo de boel steeds verder optimaliseren.

Stop met de vergelijking tussen AI en mensen

Het mag duidelijk zijn dat Braincreators een bedrijf is dat met de poten in de klei staat. Verwacht dus geen zweverige praat. Wognum stelt dan ook dat iedereen die zegt dat hij een AI heeft die zelfstandig dingen op kan lossen, niet spoort. We horen deze insteek (gelukkig) steeds vaker tegenwoordig. De uitspraak doet ons ook terugdenken aan wat de CEO van IFS tijdens de keynote van de eigen World Conference enkele maanden geleden zei. Darren Roos noemde al die AI’s met eigen namen money-wasting nonsense.

Uiteindelijk moeten we AI geen menselijke eigenschappen willen meegeven, volgens Wognum. Een uitspraak zoals die we van Julien Simon van AWS eerder dit jaar optekenden, dat een AI doorgaans het niveau heeft van een vijfjarige, slaat dan ook niet echt ergens op. Het is fundamenteel iets anders, dus niet met elkaar te vergelijken. Wognum snapt overigens wel dat dit soort vergelijkingen gemaakt worden om AI wat minder abstract te maken. Toch is het dat juist wel. Uiteindelijk is AI niet veel meer dan wiskunde, bij uitstek een abstracte discipline.

Daaruit volgt dat je een AI ook geen verwijten kunt maken als iets niet goed gaat. AI is niet per definitie evil en kan dat ook simpelweg niet zijn, ook al is het mogelijk dat hij donkere mensen en apen op een hoop gooit als hij ze moet classificeren. Dat is goed om in het achterhoofd te houden.

Milde winter op komst

Een groot gedeelte van de ongewenste ontwikkelingen rondom AI is afkomstig van de hype die eromheen wordt gecreëerd. Het wordt dan simpelweg te groot en te allesomvattend gemaakt. Volgens Wognum helpen de Deloitte’s van deze wereld hier ook niet echt bij, als ze zeggen dat ze vol op AI inzetten. Dan wordt het voor veel mensen in de markt ook meteen heel erg groot. Dit terwijl er bij lange na nog geen sprake is van een dergelijke penetratie van AI.

Volgens Wognum komt er weer een ‘winter’ aan als het gaat om AI. Dat wil zeggen, de hype zal weer wat afnemen. Het zal een minder strenge winter worden dan we voorheen weleens hebben gezien volgens hem. Voor een praktisch ingesteld bedrijf als Braincreators kan dat weleens goed uitpakken, lijkt ons. De nadruk zal dan meer liggen op wat er op dit moment al kan, niet zozeer op de belofte dat een AI volledig zelfstandig problemen op kan lossen. Wellicht dat er dan ook meer concurrentie komt, maar dat betekent dan ook weer dat de markt voor relevante AI groter wordt. We gaan in ieder geval goed in de gaten houden hoe Braincreators de aankomende milde winter doorkomt.