4min

Tags in dit artikel

, , ,

Je herinnert je vast nog wel de geur van je oude schoolgebouw: de onmiskenbare lucht van (angst)zweet, natte sokken, salami en de gymnastiekmatten in de gymzaal. In de klas rook het muffig en het was er altijd broeierig. De reden: de luchtkwaliteit was onvoorstelbaar slecht. We weten nu dat een te hoog aandeel CO₂ in de lucht flinke gevolgen kan hebben voor onze concentratie en dat de niveaus veel eerder kritiek worden dan we denken. Een verslechterde luchtkwaliteit begint bij 1.000 tot ongeveer 1.400 ppm CO₂ en we weten dat deze waarde in klaslokalen vaak vele malen wordt overschreden. Zelfs waarden van 2.000 tot 5.000 ppm kunnen voorkomen. Dit vormt een risico, niet alleen in de winter van de coronapandemie maar ook tijdens normaal schoolgebruik.

Minder gebruikte lucht

Waarom we dit jaar het CO₂-gehalte in de klas laag moeten houden, spreekt voor zich. Bij elke ademhaling stoten wij CO₂ uit wat een ideale indicator is om te zien hoe “gebruikt” de lucht in het klaslokaal is. Wie het nieuws een beetje volgt, moet hebben gehoord dat de transmissie van aerosolen een van de drie transmissieroutes van corona is. De Federation of European Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations (REHVA) beveelt in het document Guidance for Schools een drempelwaarde van 800 ppm CO₂ in de klas aan, voordat de klas alle ramen moet openzetten. Aerosolen verspreiden zich in een gesloten ruimte binnen twee tot drie minuten overal. Dit betekent dat in een klaslokaal één besmet persoon genoeg is om iedereen in dat lokaal te besmetten, met of zonder mondkapje, met of zonder afstand te houden. Virologen weten momenteel alleen nog niet hoeveel besmette aerosolen je eigenlijk moet inademen om besmet te raken.

Ook bij de Nederlandse overheid is de aandacht voor ventilatie sinds de pandemie fors toegenomen. In oktober vorig jaar kwam het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen met de eindrapportage Beeld van ventilatie op scholen in het funderend onderwijs in Nederland. Eén van de adviezen in het rapport is om “leslokalen te gaan voorzien van CO2-meters. CO2-meters (bij voorkeur met stoplichtfunctie) of middels een (mobiele) applicatie, bij voorkeur in elke onderwijsruimte, of roulerend tussen onderwijsruimten. De inzet van CO2-meters geeft inzicht wanneer met natuurlijk ventileren of aanvullend luchten begonnen moet worden”.

Ook andere waarden meten

Niet alleen de CO₂-niveaus moeten gemeten worden, want we weten dat ook temperatuur en luchtvochtigheid bepalend zijn geweest voor de pandemische winter. Temperaturen boven 20 °C, een hoge luchtvochtigheid en lage ppm CO₂-niveaus zouden ideale omstandigheden zijn voor schoolklassen in deze pandemische winter. Helaas kun je die waarden niet instinctief “voelen”. Bovendien verlaagt de nodige regelmatige ventilatie in de winter zowel de temperatuur als de luchtvochtigheid. Dit is waar CO₂-monitoring om de hoek komt kijken: we hoeven niet te gissen, maar kunnen vertrouwen op gegevens die de werkelijkheid weerspiegelen. En dat betekent: vanaf 800 ppm CO₂ moet de meester of juf alle ramen openzetten. In ieder geval deze winter.

En wat als de pandemie voorbij is?

Wanneer deze corona-nachtmerrie voorbij is, kunnen we dan terugkeren naar de geliefde oude schoolpraktijk en onze kinderen dubbel koken in ruimtes met 2.000 tot 5.000 ppm CO₂? Hmm nee, laten we dat niet doen. Studies sinds 2017 tonen aan dat slechte luchtkwaliteit in klaslokalen (> 2.000 ppm CO₂ gemiddeld in de klas) de concentratie bij schoolkinderen op korte termijn al kan verminderen. Bovendien is het duidelijk dat zowel de concentratie op lange termijn, evenals de nauwkeurigheid in examensituaties aanzienlijk afnemen. Een investering in CO₂-metingen tijdens de huidige pandemische winter is daarom geen “verloren geld”, maar een verstandige investering op de lange termijn.

Experimenten met CO2-monitoring

Mijn collega heeft CO2-monitoring eerst getest op zijn dochters slaapkamer. Zodra de meter een bepaalde waarde aangaf, viel de WiFi uit. Pas als ze haar kamer gelucht had, ging de WiFi weer aan. De frisse lucht en een beetje beweging hadden een positief effect op de concentratie van zijn dochter, maar of zij nou echt zo blij was met haar creatieve vader…

Bij Paessler werken we hard aan IoT-oplossingen die de kwaliteit van leven in gebouwen prettiger maken. Zo hebben we onlangs de metingen van CO₂ en andere waarden geïmplementeerd in de Montessorischool Herzogenaurach, wat kan worden gezien als een proefproject voor soortgelijke implementaties in andere onderwijsinstellingen. Ik ben van mening dat de technologische sector nu keihard nodig is om op z’n minst gedeeltelijke oplossingen te ontwikkelen, waar we in een coronavrije toekomst ook nog veel profijt van hebben.

Dit is een ingezonden bijdrage van Wilco Ravestein, Country Manager Benelux bij Paessler. Via deze link vind je meer informatie over de mogelijkheden van het bedrijf.