Dankzij de sterke groei van het internet is cybercrime de afgelopen decennia aanzienlijk toegenomen. Eén van de belangrijkste redenen is dat je tegenwoordig geen technische kennis meer hoeft te hebben om een aanval uit te voeren. Het is een fluitje van een cent om een cyberaanval (cybercrime as a service) te kopen op het dark web. Jongeren zijn sterk vertegenwoordigd op het internet en uit verschillende onderzoeken blijkt dat zij vaak betrokken zijn bij dergelijke illegale digitale activiteiten.
Hoewel de meerderheid van deze jonge cybercriminelen uit zijn op financieel gewin, zijn er tal van andere redenen waarom zij zich bezighouden met cybercriminaliteit. Vaak speelt het ego bij deze jongeren een grote rol. Ze zoeken erkenning en willen zich graag bewijzen tegenover hun leeftijdsgenoten. Daarnaast vinden deze jonge daders het vaak spannend en stoer om anoniem rond te neuzen op het dark web via bijvoorbeeld de Tor browser. Het geeft ze een onoverwinnelijk gevoel om cyberaanvallen uit te voeren en onder de radar van justitie te opereren. Daarnaast zijn er ook jongeren die hacken uit nieuwsgierigheid omdat ze willen zien of ze een netwerk of computersysteem kunnen binnendringen.
Echter begrijpen deze jongeren vaak niet wat de gevolgen zijn van hun daden. Soms beseffen ze zelfs niet eens dat ze een strafbaar feit hebben gepleegd en hierdoor flink in de problemen kunnen komen. Deze jongeren plegen vaak relatief kleine vergrijpen. Denk bijvoorbeeld aan het hacken van credits om een game gratis te spelen of het inbreken op het netwerk van een school voor een extra dagje vrij. Gezien deze groep hackende jongeren geen problemen op straat veroorzaken, maar afgezonderd op hun zolderkamer zitten vallen ze minder op. Justitie of ouders merken hierdoor niet altijd op waar de betreffende dader mee bezig is. Hierdoor is de kans stukken groter dat ze afglijden naar het echte criminele circuit, vergeleken met leeftijdsgenoten die iets stelen uit een winkel. Denk bijvoorbeeld aan de groep jonge cybercriminelen, met leden vanaf 14 jaar, die afgelopen jaar duizenden euro’s per week verdienden met het hacken van accounts van de populaire game Fortnite. Het is daarom belangrijk dat er ook aangifte wordt gedaan bij kleine cybermisdrijven. Als dit niet gebeurt dan wordt de overheid de kans ontnomen om jongeren bij te sturen.
Om te voorkomen dat jongeren toetreden tot de harde en meedogenloze wereld van cybercriminaliteit zullen jonge cybercriminelen moeten worden gewezen op hun fouten. Zowel scholen, de overheid en de security industrie zullen moeten samenwerken om te voorkomen dat deze jongeren terugvallen. De overheid kan dit realiseren door bijvoorbeeld straffen op te leggen, maar ook door de dader te confronteren met het slachtoffer. Het is voor jongeren niet altijd duidelijk wanneer een hack strafbaar is en op deze manier kunnen ze zien wat voor schade ze veroorzaakt hebben. Daarnaast kan de overheid ook trainingen aanbieden om jonge cybercriminelen te wijzen over de wetgeving, zodat ze weten wat wel en wat niet kan.
Scholen kunnen een grote rol spelen in het voorkomen van illegale online activiteiten. Zij zouden bijvoorbeeld een lesprogramma kunnen opzetten om kinderen al op jonge leeftijd te leren omgaan met online etiquette, hun persoonlijke data en andere cybersecurity vraagstukken. Kennis over cybercrime en hoe je moet omgaan met de risico’s wordt in het huidige onderwijssysteem niet of nauwelijks bijgespijkerd. Informatica is geen verplicht schoolvak en lang niet alle scholen bieden het aan. Desondanks zal digitalisering bijna elk aspect van de samenleving radicaal veranderen. Leraren zullen daarom moeten worden bijgeschoold om leerlingen meer richting, stimulans en inhoudelijke bagage te geven op het gebied van cybersecurity. Het is belangrijk dat leerkrachten in staat worden gesteld zelf te begrijpen waar het om gaat, op deze manier weten ze hoe ze deze kennis het beste kunnen overbrengen aan hun leerlingen. Op deze manier weten kinderen al op jonge leeftijd wat wel en niet mag online en zullen ze zich minder snel op het verkeerde pad begeven. Daarnaast zullen deze kinderen ook minder snel slachtoffer worden, gezien ze weten hoe cyberaanvallen zijn te voorkomen.
Het bedrijfsleven zou bestaande initiatieven met scholen en universiteiten verder kunnen intensiveren en daarnaast kunnen meewerken aan nieuwe programma’s. G DATA heeft bijvoorbeeld nauwe samenwerkingen met de Ruhr Universiteit en de l’Université libre de Bruxelles en laat op deze manier jongeren kennis maken met de mogelijkheden binnen de security industrie. Intensieve samenwerkingen zijn bovendien noodzakelijk voor het bedrijfsleven, gezien er wereldwijd een gigantisch tekort is aan security experts. Volgens een recent onderzoek van Capgemini neemt de vraag naar cybersecurity specialisten alleen maar toe. We moeten daarom hackende jongeren enthousiast maken en ze groeikansen bieden. Op deze manier voorkomen we dat ze deze kansen zoeken in het illegale circuit. Hun talent moet we koesteren en verder ontwikkelen, zodat ze hun kennis op een positieve manier kunnen toepassen binnen de samenleving. Kortom, door de jeugd al vroeg voor te lichten en kansen te bieden kunnen we samen bouwen aan een generatie die de strijd tegen cybercrime aangaat en een veiligere samenleving creëren.
Dit is een ingezonden bijdrage van Eddy Willems, Security Evangelist bij G DATA. Via deze link vind je meer informatie over de mogelijkheden van het bedrijf.