1 min

Verplichte backsdoors in diensten zodat opsporingsdiensten de mogelijkheid hebben gemakkelijker verstuurde berichten kunnen lezen. Dat was waar minister van justitie Grapperhaus (CDA) recentelijk nog voor leek te pleiten. Na Kamervragen van Kees Verhoeven (D66) ontkent Grapperhaus dat.

Volgens de minister vroeg hij enkel aandacht voor de lastige situatie die nu ontstaat als opsporingsdiensten geen toegang kunnen verkrijgen tot bepaalde diensten. Voor dergelijke zaken is het volgens de minister nodig om gebruik te kunnen maken van een daarvoor ingebouwde achterdeur. Iets wat echter haaks staat op de koers die het kabinet vaart. Die is van mening dat het inbouwen van een backdoor zorgt voor een kwetsbare service, wat niet wenselijk is.

‘Recht doen aan de belangen’

In zijn antwoord op de Kamervragen van Kees Verhoeven, meent Grapperhaus dat zijn standpunt niet in strijd is met de koers van het kabinet.

“Ik streef naar een oplossing die binnen de kaders van het kabinetsstandpunt recht doen aan de belangen van de opsporing en de nationale veiligheid. Daarbij acht ik het onder meer van belang te bezien of een internationale oplossing mogelijk is.”

Wat die internationale oplossing precies is en hoe een backdoor-oplossing kan worden nagestreefd die toch voldoet aan mening van het kabinet, legt Grapperhaus niet uit.

Volgens de minister zal het in de toekomst voornamelijk lastig worden om bepaalde zware misdrijven te bestrijden als encryptie van diensten breder blijft. Zo Grapperhaus onder andere de bestrijding van terrorisme en het verspreiden en bezitten van kinderporno.