Er is geen bewijs van spionage of sabotage door de antivirussoftware van Kaspersky. Desalniettemin blijft het kabinet de software verbieden.
In 2018 werd Kaspersky in opdracht van het voormalige kabinet onderzocht. Het kabinet vreesde dat Kaspersky meewerkte aan spionage en sabotage. De antivirussoftware zou te riskant zijn om onder overheidsinstanties toe te staan. Sindsdien is de software verboden onder overheidsinstanties.
Het kabinet besliste op basis van een onderzoeksrapport. Het onderzoeksrapport bleef geheim. Er werden geen voorbeelden van mogelijk misbruik gedeeld. Vandaar weigerde Kaspersky zich bij het oordeel neer te leggen.
De organisatie deed samen met de KRO-NCRV een beroep op de Wob (Wet openbaarheid van bestuur). Dit beroep maakt het mogelijk om documenten van de regering te openbaren. Het eerste beroep werd afgewezen door Ferd Grapperhaus, toenmalig minister van Justitie en Veiligheid. Kaspersky ging in hoger beroep en kreeg in januari 2022 gelijk.
De Raad van State oordeelde dat de overheid verplicht is het onderzoeksrapport te delen. Vandaag, vier jaar na het verbod, werd het rapport gedeeld.
Geen bewijs
Kaspersky’s frustratie blijkt gegrond. Het rapport erkent dat er geen bewijs is gevonden voor spionage of sabotage. De onderzoekers konden niet uitsluiten of Kaspersky een dreiging vormt voor de Nationale Veiligheid.
Kaspersky zou “waarschijnlijk” door de Russische overheid geforceerd worden om samen te werken. Ook zou Kaspersky “waarschijnlijk” geïnfiltreerd zijn door een andere overheid. Niemand weet het zeker, maar een kleine kans blijkt genoeg om een softwareproduct te verbieden. Yeşilgöz-Zegerius, de huidige minister van Justitie en Veiligheid, benadrukt dat de antivirussoftware verboden blijft.