2min

Nederlanders gingen het afgelopen jaar minder veilig het internet op dan in 2010. Jongeren zijn over het algemeen laks en naïef terwijl ouderen juist onvaardig zijn. Dat blijkt uit onderzoek van Universiteit Twente in opdracht van de overheid.

Uit het trendrapport ‘Computer- en internetgebruik 2011’, verricht door de Universiteit Twente, in opdracht van de Nederlandse overheid blijkt dat er teruggang wordt geboekt in de veiligheid van de online Nederlander. Zo blijkt dat er minder beveiligingssoftware is geïnstalleerd en dat wachtwoorden nauwelijks worden veranderd.

Professor Jan van Dijk, mede uitvoerder van het onderzoek, vindt de vermindering van de voorzorgsmaatregelen "erg risicovol". Worden jongeren juist steeds lakser en naïever zijn ouderen niet vaardig genoeg om de nodige beschermingsmaatregelen te nemen.

Het gebruik van beveiligingssoftware is dit jaar ten opzichte van 2010 gedaald met enkele tot 10 procent. Bij beveiligingssoftware moet je denken aan virusscanners, firewalls, spamfilters, antivirus, pornofilters en popup-blokkers. Uitzonderlijk hoog is de vermindering van popup-blokker software met een uitschieter van 10 procent. Volgens de onderzoekers is de afname mede te danken aan het feit dat de popup-blokker tegenwoordig vaak is ingebouwd in de browser.

"De geconstateerde afname van genomen maatregelen kan echter niet anders betekenen dat het bewustzijn van de gevaren van internet ook aan het afnemen is. Gezien de steeds verdere professionalisering van de internationale cybercriminaliteit is dit een zorgelijke ontwikkeling: wanneer het criminelen lukt door de automatische beveiligingsmaatregelen heen te komen treffen zij steeds vaker een onoplettende en nietsvermoedende gebruiker aan."

Naast de groeiende gevaren brengt de Nederlander dit jaar gemiddeld langer door op het internet dan vorig jaar. In de vrije tijd wordt gemiddeld 3 uur en 6 minuten per dag op het internet doorgebracht waar dat vorig jaar nog 2 uur en 42 minuten was. Hierin zien we een sterke digitale kloof onder jongeren en hoogopgeleide en ouderen en laagopgeleide. Zo zoekt een derde van de jongeren medische informatie online terwijl dit nog geen kwart is onder de 55+ers. Naast deze verdeling is er ook een harde kern die bestaat uit 9 procent van de Nederlanders die het internet niet gebruiken, ook wel digibeten genoemd.