Vertiv TimberMod voegt naast schaalbaarheid en snelheid ook duurzaamheid toe aan de lijst met voordelen van PFM-datacenters.
Prefabricated Modular (PFM-)datacenters zitten in de lift, zoveel is zeker. Op zich niet zo vreemd, want met het toenemen van de standaardisering van datacenters wordt het mogelijk om de bouwblokken ervan ook groter te maken. Dan kom je al snel uit bij de PFM-opties die een speler als Vertiv in het aanbod heeft. Voor het overgrote deel standaard modules, met de mogelijkheid tot het op maat maken van specifieke onderdelen ervan.
De voordelen van prefab modulair bouwen liggen redelijk voor de hand. Het is sneller dan alles op locatie van de grond af aan opbouwen. Daarnaast is het ook beter schaalbaar, want je kunt er als het ware eenvoudig modules aankoppelen. Verder zijn de kosten ook lager, want meer standaardisatie, en overzichtelijker.
Vorige week waren we te gast in Rugvica, Kroatië bij Vertiv. We kregen daar een kijkje achter de schermen van de fabriek die het bedrijf daar heeft. We konden daar ook een eerste indruk opdoen van de nieuwe Vertiv TimberMod. Is hout het nieuwe goud voor het bedrijf?
PFM is niet nieuw
Voor we ingaan op wat Vertiv zoal te bieden heeft op het gebied van PFM, schetsen we eerst kort de historie van dit type datacenterbouw. Het is namelijk niet nieuw. Zo waren er in het eerste decennium van deze eeuw de datacenters in zeecontainers. Sun Microsystems trapte deze trend echt goed af in 2006, met Sun Modular Datacenter (ook bekend onder de interne naam Project Blackbox). Spoedig volgden ook andere spelers, zoals Dell, HP en IBM.
De prefab-modules die bedrijven zoals Vertiv op de markt brengen en die we tegenwoordig aanduiden met PFM, zijn niet hetzelfde als die van de fabrikanten die we hierboven noemen. Er wordt niet langer gebruikgemaakt van standaard maten zeecontainers. We horen tijdens ons bezoek aan de fabriek in Kroatië van Vertiv dat ze de modules in allerlei maten kunnen maken. De lengte van een module kan bijvoorbeeld tot zo’n 16 meter bedragen. De hoogte en breedte zijn voor zover wij het hebben gezien wel altijd gelijk. Dit heeft ermee te maken dat de prefab-onderdelen ook samengevoegd kunnen worden. Met andere woorden, het is een modulair systeem. Dan wil je geen schommelingen in hoogte en breedte.
De beperkingen in de lengte van de PFM’s zijn vooral ingegeven door het formaat van de opleggers en vrachtwagens die ze uiteindelijk moeten vervoeren. Dat wil zeggen, ze moeten op een oplegger van een vrachtwagen passen. Daarnaast moeten ze uiteraard ook op de plaats van aankomst op hun plek gezet kunnen worden. Maak je het vervoeren en omgaan met dit soort componenten te moeilijk, dan verliest een PFM voor een deel zijn aantrekkingskracht. Het is dus zaak om het formaat en de handzaamheid goed in balans te houden.
Vertiv is marktleider in PFM
Vertiv is in onze regio een grote speler op de markt van prefab modulaire componenten voor de bouw van datacenters. We horen tijdens het evenement in Kroatië dat Vertiv duidelijk de grootste is in Europa. Kijken we zuiver naar West-Europa, dan is de voorsprong op de nummer twee zelfs nog groter. Dit stelt Omdia-analist Vlad Galabov, die bij deze analistenfirma verantwoordelijk is voor Cloud and Data Center Research.
Vertiv is in 2010 vol voor de PFM-markt gegaan, maar bouwde de eerste modules al in 2001. Inmiddels heeft het een tamelijk uitgebreid aanbod. Volgens Viktor Petik, VP Integrated Modular Solutions EMEA bij Vertiv, heeft het bedrijf sinds het ermee begonnen is al meer dan 1500 modules in de markt gezet.
SmartMod, MegaMod, Power Module
Kijken we naar het aanbod van Vertiv op het gebied van PFM, dan is er allereerst de Vertiv SmartMod en SmartMod Max. Dit zijn all-in-one datacenters, die ook weer uit afzonderlijke modules bestaan. Alles wordt door Vertiv in een module gebouwd en volledig af geleverd aan een klant. Echt modulair is dit niet overigens. Je neemt dit zoals gezegd als volledig datacenter af. Het is niet de bedoeling dat je dit koppelt met een tweede module om er zo een groot datacenter van te maken. Vandaar ook dat er twee maten zijn.
Naast de standaard oplossingen heeft Vertiv echter ook nog de ‘echte’ Prefabricated Modular oplossingen. Hiermee is het mogelijk om op te schalen tot datacenters van maximaal 2 megawatt aan beschikbaar vermogen. Je kunt dit bereiken door net zoveel modules aan elkaar te koppelen als nodig is. Het gaat hier om 200-300 racks. Ook hier heeft Vertiv een soort gestandaardiseerde variant bedacht, de Vertiv MegaMod. Deze kun je opbouwen uit een module van 128 racks of 0,5 megawatt of een module van 256 racks of 1 megawatt, in combinatie met een zogeheten Power Module. Vertiv bouwt de volledige opstelling in de fabriek op. Men test of alles goed werkt en breekt hem vervolgens weer af, om iedere module afzonderlijk te vervoeren en op locatie weer in elkaar te schroeven.
Een Power Module is wederom een volledig geassembleerde module, die je aansluit op een van de andere modules. Je voegt hiermee meteen de volledige stroomvoorziening toe voor een heel datacenter, of een deel daarvan. Het handige van een Power Module is dat je deze volledig buiten een datacenter plaatst. Dat maakt ze goed bereikbaar en ze staan ook nooit in de weg. Ook als er problemen zijn met de stroomvoorziening en er dreigt bijvoorbeeld brand te ontstaan, dan is er sprake van een natuurlijke scheiding.
Power Module is het best lopende product uit de PFM-lijn van Vertiv. Het neemt een relatief groot gedeelte van de meer dan 1500 verkochte modules voor zijn rekening. Dat is natuurlijk niet zo raar, want daar heb je er doorgaans ook meer dan een van nodig bij een datacenter. Ze kunnen daarnaast samen met SmartMod en niet-gestandaardiseerde oplossingen zoals MegaMod geleverd worden.
Nog even voor de volledigheid, SmartMod en MegaMod bestaan zelf ook weer uit verschillende modules. Er is naast een Power Module ook een Cooling Module en een IT Module in verwerkt. Deze afzonderlijke modules zijn vaak speciaal voor een klant gemaakt. We zijn tijdens een rondleiding in een MegaMod datacenter bestemd voor de Franse markt, dat uit niet minder dan zestien afzonderlijke modules bestaat, langs een Cooling Module gelopen die Vertiv samen met deze klant heeft ontworpen.
AI moet groei versnellen
Op dit moment vertegenwoordigt PFM een marktwaarde van zo’n vier miljard dollar, horen we van de analist van Omdia. Dat is gezien de jaarlijkse capex datacenter uitgaven van hyperscalers van 25 miljard dollar nog niet zo heel veel. Galabov ziet echter ook dat er heel veel geïnvesteerd gaat worden in AI-infrastructuur dit jaar en komende jaren. Dat zal ook een impact hebben op de PFM-markt, is de verwachting. Hij verwacht dat die vier miljard over een jaar of vier weleens verdubbeld zou kunnen zijn.
Wat er terecht zal komen van de voorspellingen van Omdia is koffiedik kijken. Dat is wat ze daar tot op zekere hoogte ook doen. Dat de behoefte aan AI-infrastructuur de hele datacentermarkt een boost gaat geven, is echter een inkoppertje. De PFM-markt gaat dan vanzelfsprekend ook mee. Sterker nog, als AI een reden is voor de nodige bedrijven om juist weer een eigen (klein) datacenter neer te zetten, bijvoorbeeld omdat men een LLM graag lokaal traint op eigen data, dan is een PFM-datacenter best aantrekkelijk.
Vertiv TimberMod: duurzaamheid in de mix
Een artikel over datacenters is niet compleet zonder dat het thema duurzaamheid ter sprake komt. Dat is dan ook waar we dit artikel naartoe werken. Prefab modulair bouwen is op zich natuurlijk erg interessant en het is goed voor Vertiv dat er nog lekker veel rek in de datacentermarkt in het algemeen en de PFM-datacentermarkt in het bijzonder zit. Het zou ook wel prettig zijn als dit allemaal enigszins duurzaam kan. Vanuit dit perspectief komt Vertiv vandaag met een interessant nieuw product in het PFM-aanbod, namelijk TimberMod.
De naam TimberMod geeft al een beetje aan waar we het hier over hebben. Het gaat hier om een module van hout. TimberMod vervangt de standaard metalen behuizing van Power Module en SmartMod, als klanten dat willen. Tijdens de rondleiding geven woordvoerders van Vertiv aan dat ook MegaMod-ontwerpen in principe kunnen worden gebouwd met TimberMod. Dat is echter niet wat Vertiv vandaag officieel aankondigt.
Een datacenter van hout, kan dat wel?
Op het eerste gezicht lijkt het wellicht een rare combinatie, een datacenter dat is gebouwd van hout. Dat lijkt echter meer perceptie dan realiteit. Houtskeletbouw bestaat al heel lang. Niet alleen voor kleinere projecten, maar ook voor gebouwen van meerdere verdiepingen. Het kan dus prima zo sterk gemaakt worden dat het mogelijk is om PFM’s op elkaar te stapelen.
Er worden al datacenters van hout opgetrokken overigens. Dat horen we onder andere tijdens een paneldiscussie als onderdeel van het evenement. Mikael Svanfeldt, CTO van het Zweedse EcoDataCenter vertelt daar over hoe men dat datacenter volledig van hout bouwt. Foto’s die men tijdens de sessie laat zien, ondersteunen zijn verhaal.
Een van de eerste vragen die gesteld worden als het gaat om houten datacenters is hoe dat dan zit met de brandveiligheid. Hout is immers natuurlijke brandstof voor vuur. Het hout dat Vertiv gebruikt voor TimberMod is echter geen vers, onbewerkt hout. Het is zo behandeld dat het niet onderdoet voor metaal als het gaat om brandveiligheid. Helemaal scherp krijgen we niet hoe deze behandeling eruit ziet. Wel wordt ons verzekerd dat er geen chemicaliën worden gebruikt. Het is vooral een speciale manier van het laten uitdrogen van het hout, begrijpen we. Hoe het ook zij, tests wijzen uit dat een houten datacenter niet brandgevaarlijker is dan een metalen datacenter.
Stap voor stap duurzamer
De toevoeging van TimberMod aan het aanbod van Vertiv is goed nieuws voor de discussie rondom duurzaamheid van datacenters. We gaan er alleen maar meer van nodig hebben, dan is het goed om te weten dat het mogelijk is om dit op een wat meer verantwoorde manier te doen. Let wel, als iedereen het massaal gaat doen, is er natuurlijk weer het risico dat er niet voldoende hout is. Het is dan ook belangrijk om te vermelden dat het een toevoeging is aan het aanbod, geen volledige vervanging van de bestaande manieren om datacenters te bouwen.
Svanfeldt laat tijdens de paneldiscussie overigens nog wel een interessant feitje vallen op dit punt. Volgens hem groeien de bomen in Zweden het hout dat hij gebruikt voor de bouw van het EcoDataCenter in 14 minuten weer bij. Dat klinkt alsof daar wat creatief is gerekend, maar het is wat ons betreft ook een te interessant feitje om niet te benoemen. Het geeft in ieder geval aan dat er behoorlijk wat rek zit in het gebruik van hout voor de bouw van datacenters.
Lees ook: “Er is geen energietekort, er wordt te veel energie verspild”