2min

Tags in dit artikel

,

"Een revolutie in IT en ver daarbuiten", zo omschreven vakbladen halfweg de jaren negentig meer dan eens de opkomst van de Java-standaard. Dat de technologie de voorbije tien jaar niet alle beloftes heeft ingelost, daar is iedereen het intussen over eens. Al heeft Java de voorbije jaren ook behoorlijk wat gerealiseerd.

Java werd in 1991 als programmeertaal ontworpen door Sun Microsystems. Sun wilde eerst "Oak" (eik) als naam gebruiken, maar kreeg die naam niet geregistreerd. Uiteindelijk kwamen ze bij "Java", een naam die volgens de legende komt van de koffie die de programmeurs dronken tijdens hun werkzaamheden. Anderen menen dan weer dat de benaming voortspruit uit het samenvoegen van de namen van de ontwikkelaars die de programmeertaal boven de doopvont hielden.

Consumentenelektronica:
Wat wel vast staat, is dat de taal in eerste instantie bedoeld was voor consumentenelektronica, en meer bepaald voor set-top boxes voor interactieve televisie en video-on-demand. "Java was oorspronkelijk ontwikkeld voor consumer devices. Voor koffiezetapparaten, droogtrommels en wasmachines dus. Al zijn we daar tot dusver nooit echt geraakt", vertelt Stephan Janssen van de recent (her)opgerichte Belgian Java User Group (www.bejug.org). De voorbije jaren maakte Java dan ook een merkwaardige evolutie door. Het brak eerst door als taal voor desktop pc-toepassingen, om het vervolgens helemaal te maken als programmeertaal voor toepassingen op (zware) bedrijfsservers. In 1999 werd J2EE (Java 2 Enterprise Edition) gelanceerd. De voornaamste component daarvan is Enterprise Java Beans, een techniek om robuuste softwaremodules te schrijven voor op het Internet gebaseerde bedrijfstoepassingen. EJB-programma’s worden gedraaid op applicatieservers zoals BEA Weblogic, IBM WebSphere, Sun ONE (het vroegere iPlanet), SilverStream en op open source toepassingen als JBoss. Veel – maar zeker niet alle – applicatieservers zijn afgestemd op Java. Voor velen is een applicatieserver overigens een synoniem voor een Java Application Server.

Stephan Janssen geeft dus toe dat Java, in tegenstelling tot de bedrijvenmarkt, voor de consumentenmarkt nog niet de doorbraak heeft gekend die men aanvankelijk had voorspeld. Dit is voor een deel te wijten aan de producenten van consumententoepassingen. Janssen: "In die markt ziet men de noodzaak van een open standaard als Java nu pas in. En dan denk ik bijvoorbeeld aan de recente evoluties op het vlak van domotica." Dat het in de consumentenmarkt langer duurt, is volgens Dieter Deramoudt, solutions architect bij Sun Microsystems, logisch. "De life cycles zijn er langer", meent hij. "Maar het begint te bewegen. Kijk maar naar de mobiele toestellen. Of naar producenten als Sharp, Sony en Philips die camera’s aanbieden, gebaseerd op Java", aldus Deramoudt

Multiplatform:
Java is gebaseerd op de programmeertaal C++, al is het in het algemeen gemakkelijker te gebruiken en stabieler dan zijn voorganger. C++ programma’s worden gecompileerd (omgezet in eentjes en nulletjes), zodat ze maar op één soort computer kunnen worden gedraaid. Java-code daarentegen wordt omgezet in zogenaamde bytecode, die in principe op elke computer uitgevoerd kan worden.