2min

VMware voorziet zijn hypervisor-producten Fusion en Workstation van updates. Hierdoor wordt er ondersteuning toegevoegd voor de tool Kind, die lokale Kubernetes-clusters draait door containers als nodes te gebruiken.

De hypervisors Fusion en Workstation maken het mogelijk om meerdere besturingssystemen als virtual machines (vm’s) te draaien op pc’s. Fusion doet dat voor Macs, terwijl Workstation zich richt op Linux en Windows. Ontwikkelaars gebruiken de producten dan ook voor het bouwen en testen van software. Omdat veel ontwikkelaars Kubernetes gebruiken voor het beheren van software-containers, wil VMware dat Fusion en Workstation het open source-platform meer ondersteunen.

Fusion 12 en Workstation 16 voegen hiervoor dus Kind-ondersteuning toe. Dit maakt het mogelijk om containers te pushen in een lokale cluster voor testing, om het vervolgens elders te deployen. De desktop hypervisors worden zo meer geschikt voor gecontaineriseerde CI/CD pipelines (Continuous Integration/Continuous Delivery).

Daarnaast kunnen beheerders via ESXi en vCenter verbinden met vSphere 7, wat vm operations- en onderhoudstaken op afstand mogelijk maakt. De uitgebreide ondersteuning maakt gecontaineriseerde workloads meer portable: migreren van desktops naar het datacenter moet eenvoudiger worden.

De updates maken het mogelijk om gecontaineriseerde applicaties te bouwen die ondersteund worden door vSphere 7, VMware Cloud Foundation 4 en VMware Tanzu Kubernetes Grid-clusters.

Tip: VMware gaat nieuw tijdperk in met VMware Cloud Foundation 4

Andere updates

Fusion en Workstation krijgen er ook wat features bij die niet direct Kubernetes adresseren. Zo komt er een nieuwe sandbox rendering engine voor verbeterde security en ondersteuning voor externe GPU’s zodat hier processen die veel resources vereisen op uitgevoerd worden.

Het is de bedoeling om Fusion 12 Pro en Workstation 16 Pro dit kwartaal nog beschikbaar te maken.