2min

De datacentersector, verenigd in de Dutch Data Center Association (DDA), heeft een brandbrief gestuurd naar minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Reden hiervoor is de acute capaciteitsproblemen in onze stroominfrastructuur. Als grote stroomverbruikers zetten de datacenters daarom deze stap.

Door de groeiende digitalisering verdwijnen, veranderen of ontstaan complete industrieën. Daarbij loopt alles wat online gebeurt via datacenters. Als datacenterland is Nederland uitstekend voorgesorteerd, ziet de DDA. Tegelijkertijd wordt er versneld overgeschakeld van een fossiele naar een duurzame energievoorziening.

Beide veranderingen hebben met elkaar gemeen dat ze zich in een hoog tempo voltrekken. Een robuuste stroominfrastructuur die meegroeit in hetzelfde tempo is daarin cruciaal. Daarom pleit DDA-directeur Stijn Grove voor een noodplan. Volgens hem komt de positie van Nederland als digitale koploper in gevaar.

Rond Amsterdam is op dit moment de nood het hoogst. De komende vier jaar is de stroom in Schiphol-Rijk al op, meent Grove. In Amsterdam Zuidoost en op het Science Park is het volgens de directeur bijna zover. Op deze plekken bevinden zich veel datacenters. Op verschillende plaatsen kan uitbreiding van het stroomnetwerk niet meer plaatsvinden.

Uitstel onmogelijk

De DDA noemt het belang groot, aangezien de “Digital Gateway to Europe” een magneet is voor het aantrekken van bedrijven. De datacenter- en cloud sector zijn met 20 procent van het totaal al jaren de grootste industrie van Nederland qua buitenlandse investeringen. Dit levert Nederland het meest aantal banen op van alle sectors.

Het gaat om een acute situatie, maar er dient ook rekening gehouden te worden met de nog verwachte groei van het stroomverbruik. Grove vraagt daarom om extra middelen voor de noodzakelijke uitbreidingen, het oplossen van weeffouten in de wetgeving, het verkorten van vergunningstrajecten en om groot in te zetten op het opleiden en aantrekken van voldoende technisch personeel. Deze stappen moeten snel genomen worden, vindt de directeur.